Op de touchscreen:
wanneer de kaart wordt weergegeven, de vinger in een willekeurige richting bewegen.
Op de touchpad:
Het menu Navigatie door indrukken oproepen.
Met de vinger naar boven vegen.
Het vizier verschijnt op de kaart.
Op de touchpad drukken.
Het symbool verschijnt. De kaart kan worden verschoven.
De touchpad aanraken en de vinger in een willekeurige richting bewegen.
De kaart beweegt zich onder het vizier in de tegengestelde richting.
Wanneer de kaart is verschoven, verschijnt in de statusregel bijvoorbeeld de volgende informatie:
De afstand t.o.v. de actuele positie van de auto wordt weergegeven.
Informatie over de actuele kaartpositie wordt weergegeven, bijvoorbeeld de straatnaam.
De volgende functies zijn beschikbaar:
Een bestemming in de kaart selecteren meer.
Een speciale bestemming selecteren meer.
Verkeersincidenten op de kaart weergeven meer.
Kaart op actuele positie van de auto terugzetten:
selecteren.