Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Compacte limousine
  • 03/2018
app store google play
X

Printen
Functie van de dodehoek- en actieve dodehoekassistent met uitstapwaarschuwing

De dodehoek- en de actieve dodehoekassistent bewaken met behulp van twee zijdelings naar achteren gerichte radarsensoren het gebied tot 40 m achter en 3 m naast uw auto.

Als vanaf een snelheid van circa 12 km/h een voertuig wordt herkend dat direct daarna in het controlegebied naast uw auto komt, gaat het waarschuwingslampje in de buitenspiegel rood branden.

Als een voertuig op geringe afstand opzij wordt herkend, knippert het rode waarschuwingslampje in de buitenspiegel. Als u de richtingaanwijzer in de betreffende richting inschakelt, klinkt eenmaal een waarschuwingssignaal. Als de richtingaanwijzer ingeschakeld blijft, worden alle overige herkende voertuigen alleen weergegeven door het knipperen van het rode waarschuwingslampje.

Wanneer u een voertuig snel inhaalt, vindt er geen waarschuwing plaats.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks de dodehoekassistent

De dodehoekassistent reageert niet op voertuigen die met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.

Daardoor kan de dodehoekassistent in deze situaties niet waarschuwen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en voldoende zijdelingse afstand aanhouden.

De dodehoekassistent en de actieve dodehoekassistent zijn slechts hulpmiddelen. Deze herkennen mogelijk niet alle voertuigen en ontslaan u er niet van zelf goed te blijven opletten. Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andere verkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.

Uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing is een extra functie van de dodehoekassistent en kan de inzittenden bij het verlaten van de auto waarschuwen voor naderende voertuigen.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen ondanks uitstapwaarschuwing

De uitstapwaarschuwing reageert niet op stilstaande objecten en niet op voertuigen die met een groot snelheidsverschil naderen en u inhalen.

Daardoor kan de uitstapwaarschuwing in deze situaties niet waarschuwen.

Bij het openen van de deuren altijd goed op de verkeerssituatie en op voldoende vrije ruimte letten.

Wanneer een voertuig zich in het controlegebied bevindt, wordt dit weergegeven in de buitenspiegel. Indien een inzittende het portier aan de zijde met het dreigende gevaar opent, wordt een waarschuwingssignaal gegeven en begint het waarschuwingslampje in de buitenspiegel te knipperen.

Deze extra functie is alleen beschikbaar als de dodehoekassistent is ingeschakeld en in de eerste drie minuten na het uitschakelen van het contact. Het einde van de beschikbaarheid van de uitstapwaarschuwing wordt aangeduid door het drie maal knipperen van het waarschuwingslampje in de buitenspiegel.

De uitstapwaarschuwing is slechts een hulpmiddel en ontslaat de inzittenden er niet van zelf goed te blijven opletten. De inzittenden blijven te allen tijde verantwoordelijk voor het zonder gevaar openen van de portieren en het veilig verlaten van de auto.

Systeemgrenzen
De dodehoek- en actieve dodehoekassistent kunnen in de volgende situaties beperkt beschikbaar zijn:
  • De sensoren zijn vervuild of afgedekt.

  • Er heerst slecht zicht, bijvoorbeeld door mist, hevige regen, sneeuw of spatwater.

  • Er bevinden zich smalle voertuigen, bijvoorbeeld fietsen, in het controlegebied.

Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen ongegronde waarschuwingen worden gegeven. Als lang naast lange voertuigen wordt gereden, bijvoorbeeld bij vrachtwagens, kan de waarschuwing worden onderbroken.

Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de dodehoekassistent niet bedrijfsklaar.

Wanneer een aanhangwagen is aangekoppeld en de elektrische verbinding correct is aangesloten, is de dodehoekassistent niet actief.

De werking van de uitstapwaarschuwing kan in de volgende situaties beperkt zijn:
  • Bij sensorafschaduwing door naburige voertuigen in krappe parkeerplekken.

  • Bij het naderen van personen.

  • Stilstaande of langzaam bewegende objecten worden niet weergegeven.