Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Limousine
  • 09/2016 - 11/2017
app store google play
X

Printen
Bij bezette passagiersstoel in acht nemen

De automatische passagiersairbaguitschakeling kan herkennen of een persoon op de passagiersstoel zit of dat een kinderzitjesbevestigingssysteem op de stoel is gemonteerd. Dienovereenkomstig wordt de passagiersairbag in- of uitgeschakeld.

Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel:
  • Op een correcte plaatsing van het kinderzitjesbevestigingssysteem letten meer.

  • Altijd de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.

  • Nooit voorwerpen, zoals  een kussen, onder of achter het kinderzitjesbevestigingssysteem leggen.

  • De zittinghoogteverstelling in de laagste stand zetten.

  • Het draagvlak van het kinderzitjesbevestigingssysteem moet volledig op het zitvlak van de passagiersstoel rusten.

  • De leuning van een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem moet zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de passagiersstoel aan liggen.

  • Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet het dak raken of door de hoofdsteun worden belast. De rugleuninghoek en de instelling van de hoofdsteun overeenkomstig aanpassen.

WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar door voorwerpen tussen zitvlak en kinderzitje

Voorwerpen tussen de zitting en het kinderzitje kunnen de werking van de automatische passagiersairbaguitschakeling verstoren.

Daardoor kan de passagiersairbag bij een ongeval niet correct werken.

Geen voorwerpen tussen het zitvlak en het kinderzitje leggen.
Het draagvlak van het kinderzitje moet volledig op de zitting van de passagiersstoel rusten.
De leuning van een naar voren gericht kinderzitje moet zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de passagiersstoel aan liggen.
Beslist de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje in acht nemen.
Een persoon op de passagiersstoel moet:
  • De veiligheidsgordel correct hebben omgespt.

  • Zo rechtop mogelijk zitten, met de rug tegen de rugleuning.

  • Mogelijk zo zitten dat de voeten op de vloer staan.

Anders kan de passagiersairbag abusievelijk worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld  omdat de passagier:
  • Zijn gewicht verplaatst door op de armsteunen in de auto te steunen.

  • Zodanig zit, dat hij het zitvlak ontlast.

WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar bij uitgeschakelde passagiersairbag

Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld. Deze wordt bij een ongeval niet geactiveerd en kan dan niet meer zoals bedoeld beschermen.

Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld  met delen van het interieur in aanraking komen, in het bijzonder als hij dicht op het dashboard zit.

Bij bezette passagiersstoel altijd ervoor zorgen dat:
  • De classificatie van de persoon op de passagiersstoel correct is en dat de passagiersairbag overeenkomstig de persoon op de passagiersstoel in- of uitgeschakeld is.

  • De passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren gezet is.

  • De persoon correct zit.

Voor en ook tijdens het rijden de correcte status van de passagiersairbag controleren.