Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Limousine
  • 09/2016 - 11/2017
app store google play
X

Printen
Functies van het ESP® (elektronisch stabiliteitsprogramma)
WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP®

Als het ESP® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP® gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgeschakeld.

Voorzichtig verder rijden.
Het ESP® bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren.
WAARSCHUWING Slipgevaar door uitgeschakeld ESP®

Als het ESP® wordt uitgeschakeld, zorgt het ESP® niet meer voor stabilisatie van de auto.

Het ESP® alleen uitschakelen, zolang de hieronder beschreven situaties zich voordoen.
Het ESP® controleert en verbetert de rijstabiliteit en tractie, met name in de volgende situaties:
  • bij het wegrijden op een natte of gladde weg.

  • bij het remmen.

  • Auto's met aanhangwagenvoorziening: Bij het rijden met aanhangwagen vanaf een snelheid van 40 mph (65 km/h), als de combinatie gaat slingeren.

  • bij sterke zijwind, als sneller dan 50 mph (80 km/h) wordt gereden.

Het ESP® kan de auto stabiliseren door middel van de volgende ingrepen:
  • Een of meerdere wielen worden doelgericht afgeremd.

  • Het motorvermogen wordt aangepast aan de situatie.

Het ESP® is uitgeschakeld als het waarschuwingslampje ESP® OFF in het combi-instrument permanent brandt:
  • De rijstabiliteit wordt niet meer verbeterd.

  • Auto's met aanhangwagenvoorziening: Het aanhangwagenstabilisatiesysteem is niet meer actief.

  • De zijwindassistent is niet meer actief.

  • De aangedreven wielen kunnen doordraaien.

  • De tractieregeling ETS/4ETS is nog steeds actief.

Ook als het ESP® is uitgeschakeld, wordt u bij het remmen nog steeds ondersteund door het ESP®.

Het ESP® grijpt in als het waarschuwingslampje ESP® in het combi-instrument knippert:
  • Het ESP® in geen geval uitschakelen.

  • Het gaspedaal bij het wegrijden slechts zo ver indrukken als nodig is.

  • De rijstijl aan de actuele verkeers- en weersomstandigheden aanpassen.

Het ESP® in de volgende situaties uitschakelen om de tractie te verbeteren:
  • bij gebruik van sneeuwkettingen

  • in diepe sneeuw

  • op zand of grind

De doordraaiende wielen zorgen door freeswerking voor een betere tractie.

Als in het combi-instrument het waarschuwingslampje ESP® OFF permanent brandt, is het ESP® uitgeschakeld.

Als het waarschuwingslampje ESP® permanent brandt, is het ESP® vanwege een storing niet beschikbaar.

De informatie die in het combi-instrument kan worden weergegeven in acht nemen:
  • Waarschuwings- en controlelampjesmeer

  • Displaymeldingenmeer

ETS/4ETS (elektronisch tractiesysteem)

De tractieregeling ETS/4ETS is een onderdeel van het ESP®.

Het ETS/4ETS kan door de volgende ingrepen de tractie van de auto verbeteren:
  • Als de aangedreven wielen doordraaien, worden ze afzonderlijk afgeremd.

  • Er wordt meer aandrijfkoppel overgebracht naar het wiel of de wielen met grip.

Invloed van de rijprogramma's op het ESP®

De rijprogramma's maken een aanpassing van het ESP® aan verschillende weersomstandigheden, de staat van het wegdek en de gewenste rijstijl mogelijk. De rijprogramma's kunnen ook worden ingesteld met de DYNAMIC SELECT-schakelaar.

ESP® Eigenschappen per rijprogramma