Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 09/2018
app store google play
X

Printen
Parkeerstand P inschakelen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel als kinderen zonder toezicht in de auto worden achtergelaten
Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto achterblijven, kunnen deze:
  • Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.

  • Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.

  • Uitrustingen van de auto bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen de kinderen de auto in beweging zetten, door bijvoorbeeld:
  • De parkeerrem vrij te zetten.

  • De automatische transmissie uit de parkeerstand te schakelen.

  • De motor te starten.

Kinderen en dieren nooit zonder toezicht in de auto achterlaten.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen. Dit geldt eveneens voor de digitale voertuigsleutel, als de functie “Digitale voertuigsleutel“ via Mercedes me connect is geactiveerd.
De sleutel buiten bereik van kinderen bewaren. Dit geldt eveneens voor de digitale voertuigsleutel, als de functie “Digitale voertuigsleutel“ via Mercedes me connect is geactiveerd.
De aanwijzingen met betrekking tot het afzetten van de auto in acht nemen meer.
Het rempedaal indrukken, tot de auto stilstaat.
Als de auto stilstaat de toets indrukken.

De parkeerstand is pas ingeschakeld, als op het multifunctioneel display de transmissiestandaanduiding verschijnt. Wanneer de transmissiestandaanduiding niet verschijnt, de auto tegen wegrollen beveiligen.

Als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan, wordt de parkeerstand automatisch ingeschakeld:
  • U schakelt als de auto stilstaat in de transmissiestand of het contact uit.

  • U opent als de auto stilstaat of met zeer geringe snelheid rijdt in de transmissiestand of het bestuurdersportier.

Om met geopend bestuurdersportier te manoeuvreren, opent u bij stilstand het bestuurdersportier en schakelt u opnieuw de transmissiestand of in.