De auto wordt in de transmissiestand of gestopt.
De transmissiestand wordt ingeschakeld.
Bij een snelheid lager dan 20 km/h wordt het rempedaal ingedrukt.
Op het multifunctioneel display wijst de naald van de toerenteller naar 0.
In de transmissiestand wordt bij niet actieve HOLD-functie het rempedaal losgelaten en de auto begint niet te rollen.
De transmissiestand of wordt ingeschakeld.
Het rempedaal wordt losgelaten en de auto rolt bij een flauwe helling met een snelheid lager dan 5 km/h.
Het gaspedaal wordt ingedrukt.
U wijzigt de voertuighoogte.
Er moet een automatische motorstart bij de auto worden uitgevoerd.
Als de motor door het ECO start-stopsysteem is afgezet en de auto wordt verlaten, klinkt een waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Voertuig is gereed Voor het verlaten contact uitschakelen. Als het contact niet is uitgeschakeld, wordt dit na een minuut automatisch uitgeschakeld.
Het rijprogramma is geselecteerd.
De auto wordt in de transmissiestand of gestopt.
Er is voldaan aan alle voorwaarden met betrekking tot de auto voor de automatische motorstop.
In de transmissiestand wordt bij niet actieve HOLD-functie het rempedaal losgelaten.
De transmissiestand wordt verlaten.
De transmissiestand of wordt ingeschakeld.
Het gaspedaal wordt ingedrukt.
Het handmatig schakelen wordt permanent geactiveerd.
U trekt aan de linker stuurwielschakelpaddle.
U wijzigt de voertuighoogte.
Er moet een automatische motorstart bij de auto worden uitgevoerd.
Als de motor door het ECO start-stopsysteem is afgezet en de auto wordt verlaten, klinkt een waarschuwingssignaal en wordt de motor niet opnieuw gestart. Bovendien verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Voertuig is gereed Voor het verlaten contact uitschakelen. Als het contact niet is uitgeschakeld, wordt dit na een minuut automatisch uitgeschakeld.