bij geactiveerde airbag.
bij krachtig afremmen van 70 km/h tot stilstand van de auto.
De noodknipperlichten worden na een noodstop automatisch uitgeschakeld, wanneer de auto weer een snelheid van meer dan 10 km/h bereikt.
De veiligheidsvesten bevinden zich in de veiligheidsvestvakken in de portieropbergvakken van het bestuurders- en passagiersportier.
Aan de in de wettelijke norm vastgelegde eisen kan alleen worden voldaan als het veiligheidsvest de juiste maat heeft en volledig gesloten is.
Bij beschadigingen of als op de reflecterende strips niet te verwijderen vervuiling aanwezig is.
Bij overschrijding van het maximale aantal keren wassen.
Bij vermindering van de fluorescerende werking.
De EHBO-set bevindt zich links in de bagageruimte in het opbergnet.
In de tankdopklep en aan de tegenovergestelde zijde op de B-stijl zijn QR-codes bevestigd. Bij een ongeval kunnen reddingsdiensten met behulp van de QR-codes snel de overeenkomstige reddingskaart voor de auto bepalen. De actuele reddingskaart bevat in compacte vorm de belangrijkste informatie over de auto, bijvoorbeeld de ligging van de elektrische bedrading.
Meer informatie vindt u onder Homepage Mercedes-Benz - Reddingskaart.
Bij het opladen met een oplader zonder begrenzing van de laadspanning kan de accu of de elektronische installatie van de auto worden beschadigd.
Bij het opladen met een laadapparaat zonder begrenzing van de laadspanning kan de accu of de elektronische installatie van de auto worden beschadigd.
Een accu genereert bij het opladen waterstofgas. Als een kortsluiting wordt veroorzaakt of als vonkvorming optreedt, kan het waterstofgas ontsteken.
Bij het opladen en bij starthulp kan een explosief gasmengsel uit de accu ontsnappen.
Als bij een lage temperatuur de controle-/waarschuwingslampjes in het combi-instrument niet gaan branden, is de ontladen accu met grote waarschijnlijkheid bevroren.
Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond het vriespunt bevriezen.
Als dan starthulp wordt gegeven of de accu wordt opgeladen, kan accugas ontsnappen.
De levensduur van een weer ontdooide accu kan drastisch ingekort zijn.
Het wordt geadviseerd een ontdooide accu bij een gekwalificeerde werkplaats te laten controleren.
Door veelvuldige en langdurige startpogingen kan door onverbrande brandstof de katalysator worden beschadigd.
Alleen onbeschadigde start-/laadkabels met voldoende grote doorsnede en geïsoleerde poolklemmen gebruiken.
Niet-geïsoleerde onderdelen van de poolklemmen mogen niet met andere metalen onderdelen in aanraking komen zolang de start-/laadkabels met het hulpstartpunt zijn verbonden.
De start-/laadkabels mogen geen onderdelen aanraken die als de motor draait kunnen bewegen.
Er altijd op letten, dat noch u noch de accu elektrostatisch opgeladen zijn.
Beslist vuur en open licht vermijden.
Niet over een accu buigen.
Bij het opladen: Alleen door Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde opladers gebruiken en de handleiding van de oplader doorlezen voordat de accu wordt opgeladen.
Alleen accu's met een nominale spanning van 12‑V‑ als starthulp gebruiken.
De auto's mogen elkaar niet raken.
Benzinemotor: De motor mag alleen met startkabels worden gestart als de motor koud en het uitlaatsysteem afgekoeld is.
Als de starthulp of het opladen beëindigd is:
Meer informatie daarover is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer een defecte zekering wordt gemanipuleerd, overbrugd of door een zekering met een hoger amperage wordt vervangen, kan de elektrische bedrading overbelast worden.
Hierdoor kan brand ontstaan.
Door verkeerde zekeringen kunnen elektrische componenten of systemen worden beschadigd.
Doorgebrande zekeringen moeten worden vervangen door gelijkwaardige zekeringen, herkenbaar aan de kleur en de ampèrewaarde. Voor de zekeringen in de motorruimte en in de bagageruimte uitsluitend zekeringen met de toevoeging "S" gebruiken. De ampèrewaarden zijn te vinden in het zekeringaansluitschema.
Zekeringaansluitschema: Op de zekeringenkast in de bagageruimte meer.
Door vochtigheid kunnen functiestoringen of beschadigingen aan de elektrische installatie ontstaan.
Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuw doorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en verhelpen bij een gekwalificeerde werkplaats.
De auto is beveiligd tegen wegrollen.
Alle elektrische verbruikers zijn uitgeschakeld.
Het contact is uitgeschakeld.
Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag van de auto sterk.
Banden zonder noodloopeigenschappen:
Banden met noodloopeigenschappen:
Auto's met MOExtended-banden: Beperkt doorrijden is mogelijk. Daarbij de waarschuwingsaanwijzingen over MOExtended banden (banden met noodloopeigenschappen) in acht nemen meer.
Auto's met TIREFIT Kit: U kunt de band repareren om beperkt te kunnen doorrijden. Daartoe de TIREFIT-set gebruiken meer.
Auto's met Mercedes me connect: U kunt in geval van pech een pechoproep starten met het bedieningspaneel dakconsole meer.
Alle auto's: Het wiel vervangen meer.
Een noodwiel is alleen in bepaalde landen verkrijgbaar.
Afgezien van enkele landspecifieke varianten zijn de auto's niet uitgerust met gereedschap voor het verwisselen van een wiel. Informeer bij een gekwalificeerde werkplaats welk gereedschap voor het verwisselen van een wiel voor de auto nodig en goedgekeurd is.
Krik
Wielkeg
Wielsleutel
Centreerpen
De krik heeft een gewicht van circa 3,4 kg.
Het maximumdraagvermogen van de krik vindt u op de sticker op de krik.
De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Het gereedschap voor het verwisselen van een wiel bevindt zich in de boordgereedschapstas .
Krik
Handschoenen
Wielsleutel
Centreerpen
Uitklapbare wielkeg
Ratel voor krik
De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagageruimtebodem.
LK2 – 12 V/15A, 180 W, 0,8 kg
Geluidsvermogensniveau LWA 91 dB (A)
De bandenvulcompressor is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Kan de motor niet worden gestart.
Kan de elektrische parkeerrem niet worden uit- of ingeschakeld.
Auto's met automatische transmissie: Kan de automatische transmissie niet in de stand of worden gebracht.
Auto's met automatische transmissie: Wanneer de automatische transmissie niet in de stand kan worden gezet of het multifunctioneel display in het combi-instrument niets aangeeft, de auto vervoeren meer. Voor het transport van de auto is een sleepwagen met hefinrichting nodig.
Door te snel of te ver slepen kan de aandrijflijn beschadigd raken.
Het sleepoog breekt af.
De combinatie kan gaan slingeren en zelfs kantelen.
Als een auto moet worden weggesleept of aangesleept, mag het gewicht het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden.
Het contact is uitgeschakeld.
Het remsysteem of de stuurbekrachtiging vertoont een storing.
De energievoorziening of het boordnet vertoont een storing.
Als uw auto dan wordt gesleept, kan voor het sturen en remmen aanzienlijk meer kracht nodig zijn.
Plotseling wegrijden kan door hoge trekkrachten de auto's beschadigen.