Wanneer tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheidsgordel wordt omgegespt.
De buitenspiegels geven een verkleind beeld. De zichtbare objecten zijn dichterbij dan het lijkt.
Daardoor kunt u de afstand tot achter u rijdende verkeersdeelnemers verkeerd inschatten, bijvoorbeeld bij het veranderen van rijstrook.
Nadat de accukabels losgemaakt zijn of als de accu ontladen was, moeten de buitenspiegels kort worden bewogen met de toets . Alleen dan werkt het automatisch inklappen van de spiegels.
Mercedes Maybach auto's: Bij het inklappen van de buitenspiegels schuiven de treeplanken in, als deze uitgeschoven waren.
Als een buitenspiegel met geweld uit de vergrendeling is gedrukt, als volgt te werk gaan.
Er is een klikkend geluid hoorbaar, gevolgd door een klap. De buitenspiegel neemt de correcte positie in.