Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • GLS
  • SUV
  • 09/2021
app store google play
X

Printen
Voertuighoogte instellen (auto's met E-ACTIVE BODY CONTROL)
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door te grote voertuighoogte

De rijeigenschappen kunnen nadelig worden beïnvloed.

De auto kan bijvoorbeeld bij het sturen of bij het rijden in een bocht naar buiten glijden.

Een voertuighoogte kiezen die overeenkomt met de rijstijl en de staat van het wegdek.
WAARSCHUWING Inklemgevaar door zakkende auto

Bij het omlaagbrengen van de auto kunnen lichaamsdelen van personen bekneld raken die zich tussen de carrosserie en de banden of onder de auto bevinden.

Bij het omlaagbrengen van de auto mag zich niemand in de directe omgeving van de spatbordranden of onder de auto bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Inklemgevaar door zakkende auto

Auto's met AIRMATIC resp. niveauregeling: Bij het uitladen of uitstappen gaat de auto eerst iets omhoog en zakt vervolgens na korte tijd tot de ingestelde hoogte.

Daardoor kunnen u en personen in de buurt van de spatbordrand of de bodemplaat bekneld raken.

De auto kan ook na het vergrendelen omlaag gaan.

Bij het verlaten van de auto controleren dat zich niemand in de omgeving van de spatbordranden of de bodemplaat bevindt.
Voorwaarden
  • De auto is gestart.

  • Auto's zonder offroad-pakket: De auto rijdt niet sneller dan 65 km/h.

  • Auto's met offroad-pakket:

    • Terreinniveau +1: De auto rijdt niet sneller dan 100 km/h.

    • Terreinniveau +2: De auto rijdt niet sneller dan 65 km/h.

    • Terreinniveau +3: De auto rijdt niet sneller dan 20 km/h.

Auto omhoogbrengen (auto's zonder offroad-pakket)
De tuimelschakelaar naar voren drukken.

Het controlelampje knippert bij het omhoogbrengen en brandt permanent als het omhoogbrengen is voltooid.

Uw selectie wordt opgeslagen. Het ingestelde terreinniveau blijft opgeslagen, ook nadat het contact is uitgeschakeld.

In de volgende situaties zakt de auto weer:
  • U rijdt sneller dan 80 km/h.

  • U rijdt een korte tijd tussen 65 km/h en 80 km/h.

  • U selecteert een ander rijprogramma met de DYNAMIC SELECT-schakelaar.

De auto wordt ingesteld op de hoogte van het actieve rijprogramma.

Auto omlaagbrengen (auto's zonder offroad-pakket)
Aan de tuimelschakelaar trekken.

De auto wordt ingesteld op de hoogte van het actieve rijprogramma.

Rijden met een aanhangwagen of fietsdrager

Wanneer de elektrische verbinding met de aanhangwagen of de fietsdrager correct gemaakt is:
  • Tot circa 30 km/h: Het terreinniveau +1 kan ongeacht het rijprogramma worden gekozen.

  • Vanaf circa 30 km/h: De auto wordt ongeacht het rijprogramma op het normale niveau ingesteld.

Auto omhoogbrengen (auto's met offroad-pakket)
De tuimelschakelaar naar voren drukken.
  • Terreinniveau +1: Eén controlelampje brandt permanent als het omhoogbrengen is voltooid.

  • Terreinniveau +2: Twee controlelampjes branden permanent als het omhoogbrengen is voltooid.

  • Terreinniveau +3: Drie controlelampjes branden permanent als het omhoogbrengen is voltooid.

Uw selectie wordt opgeslagen. Het ingestelde terreinniveau blijft opgeslagen, ook nadat het contact is uitgeschakeld.

In de volgende situaties zakt de auto weer:
  • Terreinniveau +3: U rijdt sneller dan 20 km/h.

    De auto zakt naar het terreinniveau +2.

  • Terreinniveau +2:

    • U rijdt sneller dan 80 km/h.

    • U rijdt een korte tijd tussen 65 km/h en 80 km/h.

    De auto zakt naar het terreinniveau +1.

  • Terreinniveau +1:

    • U rijdt sneller dan 115 km/h.

    • U rijdt een korte tijd tussen 100 km/h en 115 km/h.

    De auto zakt naar het normale niveau.

  • U selecteert een ander rijprogramma met de DYNAMIC SELECT-schakelaar.

    De auto wordt ingesteld op de hoogte van het actieve rijprogramma.

Rijden met een aanhangwagen of fietsdrager

Wanneer de elektrische verbinding met de aanhangwagen of de fietsdrager correct gemaakt is:
  • Tot circa 20 km/h: De terreinniveaus +1, +2 en +3 kunnen ongeacht het rijprogramma worden gekozen.

  • Tot circa 30 km/h: De terreinniveaus +1 en +2 kunnen ongeacht het rijprogramma worden gekozen.

  • Vanaf circa 30 km/h: De auto wordt ongeacht het rijprogramma op het normale niveau ingesteld.

Auto omlaagbrengen (auto's met offroad-pakket)
Aan de tuimelschakelaar trekken.
  • Terreinniveau +3: De auto zakt naar het terreinniveau +2. Twee controlelampjes branden permanent als het omlaagbrengen is voltooid.

  • Terreinniveau +2: De auto zakt naar het terreinniveau +1. Eén controlelampje brandt permanent als het omlaagbrengen is voltooid.

  • Terreinniveau +1: De auto zakt naar het normale niveau. Geen controlelampje brandt als het omlaagbrengen is voltooid.

Uw selectie wordt opgeslagen. Het ingestelde terreinniveau blijft opgeslagen, ook nadat het contact is uitgeschakeld.