Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Compacte limousine
  • 08/2018
app store google play
X

Printen
Dakdragers bevestigen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij overschrijden van de maximumdakbelasting

Wanneer het dak wordt beladen, wordt het zwaartepunt van de auto verhoogd en wijzigen de gebruikelijke rij-eigenschappen en het stuur- en het remgedrag. De auto kantelt meer als in een bocht wordt gereden en kan zwaarder reageren op bewegingen van het stuurwiel.

Wanneer de maximumdakbelasting wordt overschreden, worden de rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag sterk nadelig beïnvloedt.

Beslist de maximumdakbelasting aanhouden en de rijstijl aanpassen.
AANWIJZING Schade aan de auto door niet goedgekeurde dakdragers

Bij niet voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdragers kan schade aan de auto ontstaan.

Alleen voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdragers gebruiken.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto, bij een gemonteerde dakdrager controleren:
dat het schuifdak volledig omhoog kan worden gebracht.
dat de achterklep volledig kan worden geopend.
De bagage zodanig op de dakdrager aanbrengen dat de auto ook tijdens het rijden niet kan worden beschadigd.
AANWIJZING Beschadiging van het panoramaschuifdak bij gemonteerde dakdrager

Wanneer het panoramaschuifdak wordt geopend terwijl een dakdrager is gemonteerd, kan het schuifdak door de dakdrager worden beschadigd.

Het panoramaschuifdak niet openen als een dakdrager is gemonteerd.

Om het interieur te ventileren, kan het panoramaschuifdak omhoog worden gebracht.

AANWIJZING Beschadiging van de afdekkingen

De afdekkingen kunnen bij het openen worden beschadigd en bekrast.

Geen metalen of harde voorwerpen gebruiken.
De afdekkingen voorzichtig in de richting van de pijl omhoogklappen.
De dakdrager aan de bevestigingspunten onder de afdekkingen bevestigen.
De montagehandleiding van de fabrikant van de dakdrager opvolgen.
De bagage op de dakdrager beveiligen.
Rugleuning achterin naar voren klappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet-vergrendelde achterbank resp. zitplaats achterin en rugleuning

Als de achterbank resp. zitplaatsen achterin en rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/zitplaats achterin of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Voor iedere rit opletten dat de rugleuning en de achterbank/zitplaats achterin vergrendeld is.

Als de rugleuningen niet vastgeklikt en vergrendeld zijn, wordt de vergrendelingsindicator rood.

Voorwaarden
  • De middelste rugleuning is gedeblokkeerd.

De middelste en buitenste rugleuningen kunnen naar voren worden geklapt.

Linker en rechter rugleuning:
Eventueel de hoofdsteunen van de rugleuningen volledig inschuiven meer.
Aan de ontgrendelingshendel trekken.

Let erop dat de middelste rugleuning niet geblokkeerd is.

Middelste rugleuning:
De ontgrendeling van de rugleuning naar voren trekken.
De betreffende rugleuning naar voren klappen.
Rugleuning achterin terugklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet-vergrendelde achterbank resp. zitplaats achterin en rugleuning

Als de achterbank resp. zitplaatsen achterin en rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/zitplaats achterin of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Voor iedere rit opletten dat de rugleuning en de achterbank/zitplaats achterin vergrendeld is.
AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel

De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor worden beschadigd.

Erop letten dat de veiligheidsgordel bij het terugklappen van de rugleuning niet bekneld raakt.
Indien nodig de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren verstellen.
De betreffende rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt.

Linker en rechter rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, is de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.

Middelste rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, is de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.

Opbergvak onder de bagageruimtebodem openen of sluiten
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door open bagageruimtebodem

Als met geopende bagageruimtebodem wordt gereden, kunnen voorwerpen rondslingeren en daarbij inzittenden raken. Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Vóór de rit altijd de bagageruimtebodem sluiten.
Openen:
De handgreep omhoogtrekken.
De bagageruimtebodem aan de ontgrendelingshendel omhoogklappen.
Sluiten:
De bagageruimtebodem omlaagklappen en vervolgens aan de handgreep omlaagdrukken, tot deze vergrendelt.
Kogelhals uit-/inklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde kogelhals

Als de kogelhals niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.

De kogelhals altijd zoals beschreven vergrendelen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door uitzwenken van de kogelhals

Wanneer de kogelhals wordt ontgrendeld of bij het inklappen niet correct wordt vergrendeld, kan deze uitzwenken.

In het zwenkbereik van de kogelhals bestaat gevaar voor letsel!

De kogelhals alleen ontgrendelen als het zwenkbereik vrij is.
Altijd controleren dat de kogelhals bij het inklappen vergrendelt.
Voorwaarden
  • De transmissie staat in de stand of .

  • Het zwenkbereik is vrij.

  • Alleen bij het inklappen: De aanhangwagenkabel of de adapterstekker is verwijderd.

Kogelhals uitklappen
Aan de toets trekken, tot de kogelhals ontgrendelt.

De kogelhals klapt onder de achterbumper uit.

Het controlelampje knippert.

De kogelhals in de richting van de pijl drukken tot deze hoorbaar in de verticale stand vergrendelt.

Het controlelampje in de toets voor ontgrendeling van de kogelhals dooft.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Trekhaak Vergrendeling control..

De afdekkap van de kogelkop verwijderen en veilig opbergen.

Erop letten dat de kogel van de kogelhals schoon is. Controleren of de trekhaak volgens de voorschriften van de betreffende aanhangwagen ingevet of droog (zonder vet) moet worden gebruikt.

Kogelhals inklappen
Aan de toets trekken, tot de kogelhals ontgrendelt.

De kogelhals klapt onder de achterbumper weg.

Het controlelampje knippert.

De kogelhals in de richting van de pijl drukken tot deze achter de bumper hoorbaar vergrendelt.

Het controlelampje dooft en de melding op het multifunctioneel display verdwijnt.

Raadpleeg de informatie over de weergaven in het combi-instrument:
  • Waarschuwings- en controlelampjes meer

  • Displaymeldingen

Overzicht van de sjorogen

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.

Sjorogen (auto's met doorlaadmogelijkheid achterbank)
Overzicht van de voorste opbergvakken
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

Opbergvakken in de portieren
Opbergvak in de armsteun, voorzien van aansluitingen voor multimedia- en USB-aansluiting
Opbergvak in de middenconsole voorin met usb-aansluiting en lader voor het draadloos opladen van een mobiele telefoon (niet in alle landen beschikbaar)
Dashboardkastje
Dashboardkastje ver- of ontgrendelen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onjuist opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondslingeren en inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en houders voor een mobiele telefoon bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of abrupte veranderingen van richting!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd ervoor zorgen, dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

De noodsleutel een kwart omwenteling rechtsom (vergrendelen) of linksom (ontgrendelen) draaien.
Opbergvak voor documentatie voor de klant
Openen:
De handgreep linksom of rechtsom draaien.