Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC en de HOLD-functie zijn uitgeschakeld.
De 360°-camera of de achteruitrijcamera is uitgeschakeld.
De zijruiten en het schuifdak zijn volledig gesloten.
De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
De sleutel is ten minste 3 m van de auto verwijderd, anders kan de achterklep onbedoeld opengaan.
Bij wasstraten met sleepinstallatie: De neutraalstand is ingeschakeld.
Bij wasstraten met sleepinstallatie: Wanneer u gedurende het wassen de auto wilt verlaten, erop letten dat de sleutel zich in de auto bevindt. Anders wordt de parkeerstand automatisch ingeschakeld.
Door na het auto wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.