Als wordt weggereden als de in‑ en uitstaphulp nog een instelling uitvoert, kan de controle over de auto worden verloren.
Als u de in‑ en uitstaphulp van de bestuurdersstoel instelt, dan kunt u of kunnen andere inzittenden – in het bijzonder kinderen – bekneld raken.
Bij gevaar voor inklemming door de bestuurdersstoel:
De instelling wordt onderbroken.
Het instellen kan wordt gestopt door het indrukken van een geheugenplaatstoets van de geheugenfunctie.
Wanneer kinderen de in‑ en uitstaphulp activeren, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.
Het contact wordt uitgeschakeld als het bestuurdersportier geopend is.
Bij uitgeschakeld contact wordt het bestuurdersportier geopend.
De bestuurdersstoel schuift alleen naar achteren, als deze niet al in de achterste stand staat.
De rugleuning gaat alleen naar voren als deze niet al in de voorste stand staat.
Het contact wordt ingeschakeld als het bestuurdersportier gesloten is.
U sluit het bestuurdersportier terwijl het contact is ingeschakeld.
U schakelt het contact uit.
De stoelinstellingen worden met de geheugenfunctie opgeroepen.
De stoelinstelling wordt met de geheugenfunctie opgeslagen.