Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Sedan
  • 03/2019
app store google play
X

Printen
Actieve afstandsassistent DISTRONIC bedienen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beperkte herkenning van de actieve afstandsassistent DISTRONIC
De actieve afstandsassistent DISTRONIC reageert niet of beperkt:
  • bij het schuin achter elkaar rijden of wisselen van rijstrook

  • op voetgangers, dieren, tweewielers of stilstaande voertuigen of onverwachte obstakels

  • op complexe verkeerssituaties

  • op tegenliggers en kruisend verkeer

De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in deze situaties niet waarschuwen of ondersteunend ingrijpen.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en overeenkomstig reageren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door accelereren of remmen van de actieve afstandsassistent DISTRONIC
De actieve afstandsassistent DISTRONIC kan in bijvoorbeeld de volgende gevallen accelereren of remmen:
  • Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC het wegrijden regelt.

  • Wanneer de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen terwijl deze duidelijk hoger of lager is dan de actueel gereden snelheid.

  • Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC een voorligger niet meer herkent of reageert op niet relevante objecten.

De verkeerssituatie altijd goed in de gaten houden en klaar zijn om te remmen.
Rekening houden met de verkeerssituatie voordat de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij onvoldoende vertraging van de actieve afstandsassistent DISTRONIC

De actieve afstandsassistent DISTRONIC remt de auto met maximaal 50% van de maximaal mogelijke vertraging af. Wanneer deze vertraging niet voldoende is, waarschuwt de actieve afstandsassistent DISTRONIC u optisch en akoestisch.

In deze gevallen de snelheid aanpassen en voldoende afstand houden.
Zelf remmen en/of uitwijken.
Voorwaarden
  • De auto is gestart.

  • De elektrische parkeerrem is vrijgezet.

  • Het ESP® is ingeschakeld en regelt niet.

  • De transmissie staat in de stand .

  • Alle portieren en de motorkap zijn gesloten.

  • De controle van het radarsensorsysteem succesvol afgesloten.

  • Er wordt niet in- of uitgeparkeerd met de PARKTRONIC-parkeerassistent.

  • De auto slipt niet.

Omschakelen tussen limiter en actieve afstandsassistent DISTRONIC
De toets indrukken.
Actieve afstandsassistent DISTRONIC of variabele limiter activeren
Activeren zonder opgeslagen snelheid:
De tuimelschakelaar omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken of de tuimelschakelaar omhoog (RES) drukken. De voet van het gaspedaal nemen (actieve afstandsassistent DISTRONIC).

De actueel gereden snelheid wordt opgeslagen en door de auto aangehouden (actieve afstandsassistent DISTRONIC) of begrensd (variabele limiter).

of
Activeren met opgeslagen snelheid:
De tuimelschakelaar omhoog (RES) drukken. De voet van het gaspedaal nemen (actieve afstandsassistent DISTRONIC).

Door de tuimelschakelaar opnieuw omhoog te drukken wordt de in het combi-instrument weergegeven snelheidslimiet overgenomen door de actieve afstandsassistent DISTRONIC of door de variabele limiter.

Weergegeven snelheidslimiet bij actieve afstandsassistent DISTRONIC of limiter overnemen
De tuimelschakelaar omhoogdrukken (RES).

De in het combi-instrument weergegeven snelheidslimiet wordt als opgeslagen snelheid overgenomen. De auto past de snelheid aan die van de voorligger aan, tot maximaal de opgeslagen snelheid.

Wegrijden met actieve afstandsassistent DISTRONIC
De voet van het rempedaal nemen en de actieve afstandsassistent DISTRONIC activeren.
De tuimelschakelaar omhoogdrukken (RES).
of
Het gaspedaal kort en duidelijk indrukken.

De functies van de actieve afstandsassistent DISTRONIC worden verder uitgevoerd.

Actieve afstandsassistent DISTRONIC deactiveren
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ingeschakelde actieve afstandsassistent DISTRONIC bij het verlaten van de bestuurdersstoel

Als de auto alleen door de actieve afstandsassistent DISTRONIC wordt afgeremd en de bestuurder de bestuurdersstoel verlaat, kan de auto wegrollen.

De actieve afstandsassistent DISTRONIC altijd uitschakelen en de auto tegen wegrollen beveiligen, voordat de bestuurdersstoel wordt verlaten.
De tuimelschakelaar omlaag (CNCL) drukken.

Wanneer u remt, het ESP® uitschakelt of wanneer het ESP® regelt, wordt de actieve afstandsassistent DISTRONIC gedeactiveerd.

Snelheid verhogen of verlagen
De tuimelschakelaar tot het drukpunt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken.

De opgeslagen snelheid wordt 1 km/h verhoogd of verlaagd.

of
De tuimelschakelaar tot het drukpunt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken en vasthouden.

De opgeslagen snelheid wordt in stappen van 1 km/h verhoogd of verlaagd.

of
De tuimelschakelaar tot voorbij het drukpunt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken.

De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h verhoogd of verlaagd.

of
De tuimelschakelaar tot voorbij het drukpunt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken en vasthouden.

De opgeslagen snelheid wordt in stappen van 10 km/h verhoogd of verlaagd.

Voorgeschreven afstand tot de voorligger vergroten of verkleinen
Voorgeschreven afstand vergroten:
De tuimelschakelaar omlaagdrukken.
Voorgeschreven afstand verkleinen:
De tuimelschakelaar omhoogdrukken.