Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • A-Klasse
  • Sedan
  • 09/2019
app store google play
X

Printen
Functie van de achteruitrijcamera

Als de functie in het multimediasysteem is geactiveerd meer, wordt bij het inschakelen van de achteruitversnelling het beeld van de achteruitrijcamera weergegeven op het mediadisplay. Dynamische hulplijnen tonen het rijspoor aan de hand van de actuele stuuruitslag. Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren en obstakels vermijden.

De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

De hulplijnen op het mediadisplay geven de afstanden tot de eigen auto aan. De weergegeven afstanden gelden alleen op rijbaanhoogte.

Afhankelijk van de uitrusting kunt u kiezen tussen de volgende weergaven:
  • Normale weergave

  • Groothoekweergave

  • Aanhangwagenweergave

Het gebied achter de auto wordt net als in de binnenspiegel in spiegelbeeld weergegeven.

Auto's zonder actieve parkeerassistent

De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:

Normale weergave
Gele hulplijnen, breedte van de auto (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de momentele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijn op circa 1,0 m afstand tot het achtergedeelte
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Bumper
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Groothoekweergave
Aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Auto's met actieve parkeerassistent

De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:

Normale weergave
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijnen, breedte van de auto (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de momentele stuuruitslag (dynamisch)
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Gele waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een afstand tussen circa 0,6 m en 1,0 m
Rode waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op zeer geringe afstand (circa 0,3 m of minder)
Oranje waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op middellange afstand (tussen 0,3 m en 0,6 m)

Als het volledige systeem uitvalt, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld. Het controlelampje in de toets van de PARKTRONIC gaat branden en op het multifunctioneel display verschijnt het symbool .

Wanneer het systeem aan de achterzijde uitvalt, verandert de weergave van de segmenten als volgt:
  • Bij het achteruitrijden worden de achterste segmenten rood weergegeven.

  • Bij het vooruitrijden worden de achterste segmenten uitgeschakeld.

Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitgeschakeld is, wordt de waarschuwingsmelding ook uitgeschakeld meer.

Groothoekweergave
Aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Systeemuitval

Als de achteruitrijcamera niet kan worden geactiveerd, verschijnt een melding op het multimediasysteem.

Systeemgrenzen
De achteruitrijcamera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • Het kofferdeksel is geopend.

  • Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen. De aanwijzingen voor het reinigen van de achteruitrijcamera in acht nemen meer.

  • De camera of de achterzijde van de auto is beschadigd. In dit geval de camera, diens stand en de afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de achteruitrijcamera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Door extra achterop de auto gemonteerde aanbouwdelen (bijvoorbeeld kentekenplaathouder of fietsdrager), kunnen het gezichtsveld en verdere functies van de achteruitrijcamera worden beperkt.

Het contrast van het display kan nadelig worden beïnvloed door invallend zonlicht of andere lichtbronnen, bijvoorbeeld als een garage wordt verlaten. Wees in dat geval extra voorzichtig.

Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.