Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Mercedes-AMG GT
  • Coupé
  • 04/2019
app store google play
X

Printen
Aanwijzingen bij het regelmatig controleren van de velgen en banden
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beschadigde banden

Beschadigde banden kunnen verlies van bandenspanning veroorzaken.

Daardoor kunt u de controle over de auto verliezen.

Banden regelmatig op schade controleren en beschadigde banden direct vervangen.
De volgende controles regelmatig, ten minste eenmaal per maand of indien nodig, bijvoorbeeld  voor een langere rit of rijden in het terrein, aan alle wielen uitvoeren:
  • Controle van de bandenspanning meer.

  • Visuele controle van de banden en velgen op beschadigingen

  • Controle van de ventieldopjes

    De ventielen moeten met de door Mercedes-Benz speciaal voor uw auto goedgekeurde ventieldopjes tegen vocht en vuil beschermd zijn.

  • Visuele controle van de profieldiepte en het loopvlak over de gehele breedte.

    De minimumprofieldiepte bedraagt bij zomerbanden 3 mm en bij winterbanden 4 mm.

Snelheidsbegrenzing bij winterbanden instellen
Multimediasysteem:
Voertuig
Voertuiginstellingen
Winterbanden-limiet
Een snelheid selecteren of de functie uitschakelen.
Aanwijzingen met betrekking tot sneeuwkettingen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door verkeerde montage van de sneeuwkettingen

Wanneer sneeuwkettingen op de voorwielen worden gemonteerd, kunnen de sneeuwkettingen tegen de carrosserie of onderdelen van het onderstel schuren.

Daardoor kan schade aan de auto of de banden ontstaan.

Nooit sneeuwkettingen op de voorwielen monteren.
Sneeuwkettingen op de achterwielen altijd paarsgewijs monteren.
AANWIJZINGBeschadiging van de wieldoppen door gemonteerde sneeuwkettingen

Wanneer u sneeuwkettingen op stalen velgen monteert, kunnen de wieldoppen beschadigen.

Voor de montage van sneeuwkettingen de wieldoppen van de stalen velgen verwijderen.
Bij het gebruik maken van sneeuwkettingen het volgende in acht nemen:
  • Sneeuwkettingen zijn slechts voor bepaalde velg-bandcombinatie toegestaan. Informatie hierover is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.

  • Om veiligheidsredenen alleen de voor Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettingen of sneeuwkettingen met dezelfde kwaliteitsstandaard gebruiken.

  • De toegestane maximumsnelheid met gemonteerde sneeuwkettingen is 50 km/h.

  • Auto's met niveauregeling: Met gemonteerde sneeuwkettingen alleen met hogere voertuighoogte rijden.

De maximumsnelheid van de auto kan voor het rijden met winterbanden permanent worden begrensd meer.

Het ESP® kan voor het wegrijden worden uitgeschakeld meer. Zo kunnen de wielen doordraaien en een hogere aandrijfkracht opwekken.

Aanwijzingen met betrekking tot ruitreinigingsmiddel

De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemen meer.

WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑ en letsel door ruitensproeiervloeistofconcentraat

Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar. Wanneer het op hete onderdelen in de motorruimte of onderdelen van het uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontsteken.

Ervoor zorgen dat er geen ruitensproeiervloeistofconcentraat naast de vulopening terecht komt.
AANWIJZING Beschadigingen aan de exterieurverlichting door ongeschikt ruitreinigingsmiddel

Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnen het kunststof oppervlak van de exterieurverlichting beschadigen.

Alleen ruitreinigingsmiddel gebruiken dat ook geschikt is voor kunststof oppervlakken, bijvoorbeeld MB SummerFit of MB WinterFit.
AANWIJZINGVerstopte sproeiers door menging van ruitensproeiervloeistoffen
MB SummerFit en MB WinterFit niet met andere ruitensproeiervloeistoffen mengen.

Geen gedestilleerd of gedemineraliseerd water gebruiken, anders kan de niveausensor een onjuist niveau detecteren.

Geadviseerd ruitreinigingsmiddel:
  • Boven het vriespunt: Bijvoorbeeld  MB SummerFit

  • Onder het vriespunt: Bijvoorbeeld  MB WinterFit

De correcte mengverhouding is te vinden in de gegevens op de verpakking.

Ruitensproeiervloeistof het hele jaar door mengen met ruitreinigingsmiddel.

Ruitensproeierinstallatie bijvullen
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete onderdelen in de motorruimte

Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.

De motor laten afkoelen en alleen de hierna beschreven onderdelen aanraken.
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden bij het openen van de motorkap

Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.

De oververhitte motor laten afkoelen alvorens de motorkap te openen.
Bij brand in de motorruimte de motorkap gesloten houden en contact opnemen met de brandweer.
WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑ en letsel door ruitensproeiervloeistofconcentraat

Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar. Wanneer het op hete onderdelen in de motorruimte of onderdelen van het uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontsteken.

Ervoor zorgen dat er geen ruitensproeiervloeistofconcentraat naast de vulopening terecht komt.
De afsluitdop aan de lip lostrekken.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Ruitenwisserbladen voorruit vervangen
WAARSCHUWING Inklemgevaar door ingeschakelde ruitenwissers bij het vervangen van de ruitenwisserbladen

Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken

Alvorens de ruitenwisserbladen te vervangen, altijd de ruitenwissers en het contact uitschakelen.
Ruitenwisserarmen in de vervangingsstand zetten
Het contact in- en direct weer uitschakelen.
Binnen circa 15 seconden de toets op de combischakelaar gedurende circa drie seconden indrukken meer.

De ruitenwisserarmen gaan naar de vervangingsstand.

Ruitenwisserbladen verwijderen
De ruitenwisserarmen van de voorruit wegklappen.
Het ruitenwisserblad dwars ten opzichte van de ruitenwisserarm draaien.
Het ruitenwisserblad in de richting van de pijl uit de houder op de ruitenwisserarm trekken.
Ruitenwisserbladen aanbrengen
Het nieuwe ruitenwisserblad tegen de richting van de pijl in de houder op de ruitenwisserarm aanbrengen.
Het ruitenwisserblad zodanig draaien dat dit evenwijdig aan de ruitenwisserarm komt te staan.
De ruitenwisserarm op de voorruit klappen.