Notebook
Mobiele telefoon
Transponderkaart zoals skipas of toegangspas.
De passagiersairbag zou bij een ongeval onbedoeld kunnen worden opgeblazen of helemaal niet werken.
Als u een zitting verwijdert, werkt de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel niet meer.
Daardoor wordt de passagiersairbag bij een ongeval ook geactiveerd als een speciaal naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem is gemonteerd.
Het sensorsysteem van de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel herkent automatisch of er een speciaal Mercedes-Benz-kinderzitjesbevestigingssysteem met transponder voor de automatische kinderzitjesherkenning is gemonteerd. De controlelampjes PASSENGER AIR BAG ON en PASSENGER AIR BAG OFF branden bij het inschakelen van het contact tegelijkertijd gedurende circa zes seconden. Het systeem voert een zelfdiagnose uit.
de sidebag
de windowbag
de gordelspanner
Als een kind in een kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getroffen.
NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel met INGESCHAKELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld. Deze wordt bij een ongeval niet geactiveerd en kan dan niet meer zoals bedoeld beschermen.
Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, in het bijzonder als hij dicht op de cockpit zit.
Bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.
door de airbag wordt geraakt als het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt, wanneer het sensorsysteem voor de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel een speciaal Mercedes-Benz-kinderzitjesbevestigingssysteem met transponder herkend. De passagiersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij een ongeval niet geactiveerd.
PASSENGER AIR BAG ON brandt, wanneer de passagiersstoel is herkend als bezet. De passagiersairbag is geactiveerd. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt niet. Wanneer bij een ongeval voldaan is aan de activeringscriteria, wordt de bijrijdersairbag in werking gesteld.