Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Mercedes-AMG GT R
  • Coupé
  • 04/2019
app store google play
X

Printen
Functie van de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel (auto's met AMG sportkuipstoel)
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door storingen van de automatische kinderzitjeherkenning
Elektronische apparatuur op de passagiersstoel kan de werking van de automatische kinderzitjeherkenning storen, bijvoorbeeld:
  • Notebook

  • Mobiele telefoon

  • Transponderkaart zoals skipas of toegangspas.

De passagiersairbag zou bij een ongeval onbedoeld kunnen worden opgeblazen of helemaal niet werken.

Geen van de genoemde of soortgelijke apparaten op de passagiersstoel leggen.
Voor en ook tijdens het rijden de correcte status van de passagiersairbag controleren.
WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar door verwijderen van een zitting

Als u een zitting verwijdert, werkt de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel niet meer.

Daardoor wordt de passagiersairbag bij een ongeval ook geactiveerd als een speciaal naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem is gemonteerd.

Nooit een zitting verwijderen.

Het sensorsysteem van de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel herkent automatisch of er een speciaal Mercedes-Benz-kinderzitjesbevestigingssysteem met transponder voor de automatische kinderzitjesherkenning is gemonteerd. De controlelampjes PASSENGER AIR BAG ON en PASSENGER AIR BAG OFF branden bij het inschakelen van het contact tegelijkertijd gedurende circa zes seconden. Het systeem voert een zelfdiagnose uit.

Als de passagiersairbag door de automatische kinderzitjesherkenning is uitgeschakeld, blijven aan passagierszijde actief:
  • de sidebag

  • de windowbag

  • de gordelspanner

WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door gebruik van een kinderzitjesbevestigingssysteem bij ingeschakelde passagiersairbag

Als een kind in een kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd.

Het kind kan door de airbag worden getroffen.

In dit geval controleren dat de passagiersairbag uitgeschakeld is. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF moet branden.

NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel met INGESCHAKELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg hebben.

WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar bij uitgeschakelde passagiersairbag

Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitgeschakeld. Deze wordt bij een ongeval niet geactiveerd en kan dan niet meer zoals bedoeld beschermen.

Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, in het bijzonder als hij dicht op de cockpit zit.

In dit geval mag niemand de passagiersstoel gebruiken.
Op de passagiersstoel uitsluitend een kind vervoeren dat in een geschikt naar achteren of naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem zit.
Ook altijd de informatie over de correcte plaatsing van het kinderzitje in deze handleiding in acht nemen, evenals de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde montage van het kinderzitjesbevestigingssysteem
Als een kind in een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt beveiligd en de passagiersstoel te dicht bij de cockpit wordt geplaatst, kan het kind bij een ongeval:
  • Bijvoorbeeld met delen van het interieur in aanraking komen, als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.

  • door de airbag wordt geraakt als het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON brandt.

De passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zetten. Daarbij altijd de correcte ligging van de schoudergordel vanaf de gordellus van de auto naar de schoudergordelgeleiding van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen. De schoudergordelband moet vanaf de gordelgeleiding naar voren en omlaag verlopen.
Ook altijd de informatie over de correcte plaatsing van het kinderzitje in deze handleiding in acht nemen, evenals de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem.
De controlelampjes geven de status van de passagiersairbag aan:
  • PASSENGER AIR BAG OFF brandt, wanneer het sensorsysteem voor de automatische kinderzitjeherkenning in de passagiersstoel een speciaal Mercedes-Benz-kinderzitjesbevestigingssysteem met transponder herkend. De passagiersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij een ongeval niet geactiveerd.

  • PASSENGER AIR BAG ON brandt, wanneer de passagiersstoel is herkend als bezet. De passagiersairbag is geactiveerd. Het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt niet. Wanneer bij een ongeval voldaan is aan de activeringscriteria, wordt de bijrijdersairbag in werking gesteld.

De volgende aanwijzingen in acht nemen:
  • Geschiktheid van zitplaatsen voor de bevestiging van kinderzitjesbevestigingssystemen die met autogordels worden vastgezet meer

  • Naar achteren en naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel meer