Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 02/2019
app store google play
X

Printen
Dakdragers bevestigen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij overschrijden van de maximumdakbelasting

Wanneer het dak wordt beladen, wordt het zwaartepunt van de auto verhoogd en wijzigen de gebruikelijke rij-eigenschappen en het stuur- en het remgedrag. De auto kantelt meer als in een bocht wordt gereden en kan zwaarder reageren op bewegingen van het stuurwiel.

Wanneer de maximumdakbelasting wordt overschreden, worden de rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag sterk nadelig beïnvloedt.

Beslist de maximumdakbelasting aanhouden en de rijstijl aanpassen.
AANWIJZING Schade aan de auto door niet goedgekeurde dakdragers

Bij niet voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdragers kan schade aan de auto ontstaan.

Alleen voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdragers gebruiken.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto, bij een gemonteerde dakdrager controleren:
dat het schuifdak volledig omhoog kan worden gebracht.
dat het kofferdeksel volledig kan worden geopend.
De bagage zodanig op de dakdrager aanbrengen dat de auto ook tijdens het rijden niet kan worden beschadigd.
AANWIJZING Beschadiging van het panoramaschuifdak door niet goedgekeurde dakdrager

Wanneer het panoramaschuifdak wordt geopend terwijl een niet voor Mercedes-Benz geteste en goedgekeurde dakdrager is gemonteerd, kan het panoramaschuifdak door de dakdrager worden beschadigd.

Het panoramaschuifdak mag alleen worden geopend, als een dakdrager is gemonteerd die voor Mercedes-Benz is getest en goedgekeurd.

Om het interieur te ventileren, kan het panoramaschuifdak omhoog worden gebracht.

AANWIJZING Beschadiging van de afdekkingen

De afdekkingen kunnen bij het openen worden beschadigd en bekrast.

Geen metalen of harde voorwerpen gebruiken.
De afdekkingen voorzichtig in de richting van de pijl omhoogklappen.
De dakdrager aan de bevestigingspunten onder de afdekkingen bevestigen.
De montagehandleiding van de fabrikant van de dakdrager opvolgen.
De bagage op de dakdrager beveiligen.
Rugleuning achterin naar voren klappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen of letsel door niet-vergrendelde achterbank/zitplaats achterin en rugleuning

Als de achterbank/zitplaats achterin en de rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/zitplaats achterin of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Voor iedere rit opletten dat de rugleuning en de achterbank/zitplaats achterin vergrendeld is.
Voorwaarden
  • De hoofdsteunen van de rugleuningen achterin zijn volledig ingeschoven.

  • De middelste rugleuning is gedeblokkeerd.

Wanneer de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, wordt dit weergegeven op het multifunctioneel display van het combi-instrument.

De middelste en buitenste rugleuningen kunnen afzonderlijk naar voren worden geklapt.

Auto's zonder geheugenfunctie: Eventueel de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren verplaatsen.
Auto's met geheugenfunctie: Als een of meerdere delen van de rugleuning achterin naar voren worden geklapt, wordt de betreffende voorstoel, indien nodig, iets naar voren bewogen, om te voorkomen dat de stoeldelen elkaar raken.
Eventueel de hoofdsteunen van de rugleuning achterin volledig inschuiven.
Linker en rechter rugleuning:
Aan de ontgrendelingshendel trekken.

De betreffende rugleuning klapt naar voren.

Middelste rugleuning:
De ontgrendeling van de rugleuning naar voren trekken.
De betreffende rugleuning naar voren klappen.
Rugleuning achterin terugklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen of letsel door niet-vergrendelde achterbank/zitplaats achterin en rugleuning

Als de achterbank/zitplaats achterin en de rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/zitplaats achterin of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Voor iedere rit opletten dat de rugleuning en de achterbank/zitplaats achterin vergrendeld is.
AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel door inklemmen bij het terugklappen van de rugleuning

De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor worden beschadigd.

Erop letten dat de veiligheidsgordel bij het terugklappen van de rugleuning niet bekneld raakt.
Auto's zonder geheugenfunctie: Eventueel de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren verplaatsen.
Auto's met geheugenfunctie: Wanneer een of meerdere onderdelen van de rugleuning achterin worden teruggeklapt, gaat de betreffende voorstoel automatisch naar de laatste uitgangspositie terug.
De betreffende rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt.

Linker en rechter rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, wordt dit op het multifunctioneel display van het combi-instrument weergegeven.

Middelste rugleuning: Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, is de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.

Opbergruimte onder bagageruimtebodem openen
AANWIJZING Beschadiging van de handgreep in de bagageruimtebodem

Wanneer de handgreep in de bagageruimte omhoog blijft staan, kan de handgreep worden beschadigd.

De handgreep vóór het sluiten van het kofferdeksel losmaken en de handgreep weer dichtdrukken.
De handgreep omhoogtrekken en in de regengoot bevestigen.
Kogelhals volledig elektrisch uit- en inklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde kogelhals

Als de kogelhals niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.

De kogelhals moet in de veilig vergrendelde positie vergrendeld zijn; dit controleren.
AANWIJZING Schade aan de volledig elektrische aanhangwagenvoorziening

De volledig elektrische aanhangwagenvoorziening kan door extra druk bij het in- en uitklappen mechanisch worden beschadigd.

Het in- en uitklappen van de kogelhals niet door het uitoefenen van extra druk versnellen.
Voorwaarden
Voor het volledig elektrisch in- en uitklappen van de kogelhals het volgende controleren:
  • De auto is beveiligd tegen wegrollen.

  • Het zwenkbereik is vrij.

  • De aanhangwagenkabel of adapterstekker is verwijderd.

Kogelhals volledig elektrisch uitklappen
Toets in de achterklep
Toets in het bestuurdersportier
Uitklappen:
Aan de toets trekken.

Het controlelampje knippert en op het multifunctioneel display verschijnt de displaymelding Trekhaak zwenkt.

De kogelhals wordt volledig elektrisch uitgeklapt.

Wachten tot de kogelhals de vergrendelde positie heeft bereikt.

De kogelhals is veilig vergrendeld wanneer het controlelampje permanent brandt.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, knippert het controlelampje en verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Trekhaak vergrendeling control..

Kogelhals volledig elektrisch inklappen
Aan de toets trekken.

Het controlelampje knippert en op het multifunctioneel display verschijnt de displaymelding Trekhaak zwenkt.

De kogelhals wordt volledig elektrisch ingeklapt.

Wachten tot de kogelhals de vergrendelde positie heeft bereikt.

De kogelhals is veilig vergrendeld wanneer het controlelampje dooft.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, knippert het controlelampje en verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Trekhaak vergrendeling control..

Raadpleeg de informatie over de weergaven in het combi-instrument:
  • Waarschuwings- en controlelampjes meer

  • Displaymeldingen

Overzicht van de sjorogen

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.

Sjorogen (auto's met doorlaadmogelijkheid achterbank)
Overzicht van de voorste opbergvakken
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

Opbergvakken in de portieren
Opberg-/telefoonvak in de armsteun met multimedia-aansluitingen en opbergvak, bijvoorbeeld voor een mp3-speler
Opbergvak in de middenconsole voor met een usb-aansluiting (afhankelijk van de uitrusting van de auto)
Dashboardkastje
Dashboardkastje ver- of ontgrendelen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

De noodsleutel een kwart omwenteling rechtsom (vergrendelen) of linksom (ontgrendelen) draaien.
Opbergvak in de armsteun achterin openen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

De ontgrendeling indrukken en de afdekking van de armsteun omhoogzwenken.