Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 2018
app store google play
X

Printen
Functie van de parkeerassistent PARKTRONIC

De PARKTRONIC-parkeerassistent is een elektronische parkeerhulp met ultrasone sensoren. Het bewaakt met behulp van zes sensoren in de voorbumper en zes sensoren in de achterbumper de omgeving van uw auto. De PARKTRONIC-parkeerassistent geeft de afstand tussen de auto en een obstakel optisch en akoestisch aan.

De PARKTRONIC-parkeerassistent is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en uitparkeren. Bij het manoeuvreren, in- en uitparkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

In de standaardinstelling klinkt vanaf een afstand van circa 0,3 m tot het obstakel een onderbroken signaal. Vanaf een afstand van circa 0,2 m klinkt een ononderbroken signaal. In het multimediasysteem kunt u instellen, dat de waarschuwingssignalen al bij grotere afstanden van circa (1,0 m) hoorbaar zijn meer.

Als de PARKTRONIC-parkeerassistent is uitgeschakeld, is ook de actieve parkeerassistent niet beschikbaar.

Weergave van de PARKTRONIC-parkeerassistent in het multimediasysteem

Als de actieve parkeerassistent niet ingeschakeld is en er wordt een obstakel op het pad herkend, wordt bij snelheden tot 10 km/h een pop-upvenster van de PARKTRONIC-parkeerassistent op het multimediasysteem weergegeven.

Auto's met actieve parkeerassistent zonder 360°-camera
Auto's met actieve parkeerassistent en 360°-camera
Systeemgrenzen
De PARKTRONIC-parkeerassistent houdt eventueel geen rekening met de volgende obstakels:
  • Obstakels onder het herkenningsgebied, bijvoorbeeld personen, dieren of voorwerpen.

  • Obstakels boven het herkenningsgebied, bijvoorbeeld uitstekende lading, overhangen of laadplatforms van vrachtwagens.

De sensoren moeten vrij zijn van vuil, ijs of natte sneeuw. Anders kunnen ze niet correct functioneren. Daarom moeten de sensoren regelmatig worden gereinigd; hierbij ervoor zorgen dat er geen krassen of beschadigingen op de sensoren ontstaan.

Auto's met aanhangwagenvoorziening: Als de elektrische verbinding tussen de auto en aanhangwagen is aangesloten, is de PARKTRONIC-parkeerassistent voor de achterzijde uitgeschakeld.