Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 2018
app store google play
X

Printen
WLAN instellen
Voorwaarden
  • Het te verbinden apparaat moet een van de drie beschreven verbindingssoorten ondersteunen meer.

Multimediasysteem:
Systeem
Connectiviteit
WiFi in-/uitschakelen
Wi-Fi in- of uitschakelen .

Als Wi-Fi is uitgeschakeld , is de communicatie via WiFi met alle apparatuur onderbroken. Daardoor kan er ook geen verbinding met de HERMES communicatiemodule worden gemaakt. Functies zoals de dynamische routebegeleiding met Live Traffic Information zijn dan niet beschikbaar.

Het multimediasysteem via WiFi met een apparaat verbinden

Als geen HERMES communicatiemodule is gemonteerd, is deze functie beschikbaar.

Het type verbindingsopbouw moet op het multimediasysteem en op het te verbinden apparaat zijn geselecteerd.

Het verbindingsverloop kan afhankelijk van het apparaat afwijken. De aanwijzingen volgen die op de displays worden weergegeven. Meer informatie (zie de handleiding van de auto).

Internetinstellingen selecteren.
Wi-Fi-netwerken zoeken selecteren.
Via WPS PIN
In de lijst een WiFi-netwerk markeren.
Via WPS PIN Invoer verbinden selecteren.

Het multimediasysteem genereert een pincode met acht tekens.

Deze pincode bij het te verbinden apparaat invoeren.
De invoer bevestigen.
Via een druk op de toets
Voorwaarden
  • Deze functie is alleen beschikbaar bij een Wi-Fi-frequentie van 2,4 GHz.

In de lijst een WiFi-netwerk markeren.
Via WPS PBC verbinden selecteren.
Bij het te verbinden apparaat in de optie "Via WPS PBC verbinden" selecteren.
De WPS-toets op het te verbinden apparaat indrukken.
Op het multimediasysteem Verder selecteren.
Via beveiligingssleutel
In de lijst een WiFi-netwerk markeren.
Via beveiligingssleutel verbinden selecteren.
Op het te verbinden apparaat de beveiligingssleutel laten weergeven (zie de handleiding van de fabrikant).
Deze beveiligingssleutel bij het multimediasysteem invoeren.
De invoer met bevestigen.

De verbindingssoort via een beveiligingssleutel ondersteunt alle apparaten.

Apparaat is reeds verbonden
Automatisch verbinden:
In de lijst een WiFi-netwerk markeren.
Automatisch verbinden inschakelen .
Verbinden:
In de lijst een WiFi-netwerk markeren.
Verbinden selecteren.

De verbinding wordt opnieuw opgebouwd. Deze functies zijn mogelijk als het apparaat reeds met het WiFi-netwerk verbonden werd.