Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 2018
app store google play
X

Printen
Voertuighoogte instellen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door te grote voertuighoogte

Wanneer met een hogere voertuighoogte wordt gereden, kunnen de rij-eigenschappen negatief worden beïnvloed door het verhoogde zwaartepunt van het voertuig.

De auto kan bijvoorbeeld bij het sturen of bij het rijden in een bocht, naar buiten glijden.

Altijd een voertuighoogte kiezen die overeenkomt met de rijstijl en de staat van het wegdek.
WAARSCHUWING Inklemgevaar door zakkende auto

Bij het omlaagbrengen van de auto kunnen lichaamsdelen van personen bekneld raken die zich tussen de carrosserie en de banden of onder de auto bevinden.

Bij het omlaagbrengen van de auto mag zich niemand in de directe omgeving van de spatbordranden of onder de auto bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Inklemgevaar door zakkende auto

Auto's met AIR BODY CONTROL resp. niveauregeling: Bij het uitladen of uitstappen gaat de auto eerst iets omhoog en zakt vervolgens na korte tijd tot de ingestelde hoogte.

Daardoor kunnen u en personen in de buurt van de spatbordrand of de bodemplaat bekneld raken.

De auto kan ook na het vergrendelen omlaag gaan.

Bij het verlaten van de auto controleren dat zich niemand in de omgeving van de spatbordranden of de bodemplaat bevindt.
Voorwaarden
  • De auto is gestart.

  • De auto mag niet sneller dan 60 km/h rijden.

Auto omhoogbrengen
De toets indrukken.

Het controlelampje brandt.

De auto wordt op het hoge niveau ingesteld.

Uw selectie wordt opgeslagen.

In de volgende situaties wordt de auto weer omlaaggebracht:
  • Er wordt sneller dan 80 km/h gereden.

  • Er wordt circa drie minuten met een snelheid tussen 60 km/h en 80 km/h gereden.

  • Er wordt een rijprogramma met de DYNAMIC SELECT-schakelaar geselecteerd.

De auto wordt ingesteld op de hoogte van het laatst geselecteerde rijprogramma.

Auto omlaagbrengen
De toets indrukken.

Het controlelampje dooft. De auto wordt ingesteld op de hoogte van het actieve rijprogramma.