Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Sedan
  • 08/2020
app store google play
X

Printen
Met de actieve parkeerassistent inparkeren
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door objecten boven onder het registratiegebied van de actieve parkeerassistent
Als zich objecten boven het registratiegebied bevinden, kan:
  • de actieve parkeerassistent te vroeg insturen

  • de auto niet stoppen voor deze objecten.

Daardoor kunt u een aanrijding veroorzaken.

Als zich objecten boven het registratiegebied bevinden, stoppen en actieve parkeerassistent uitschakelende.
De toets indrukken.

Op het mediadisplay worden de door het systeem herkende parkeerplekken weergegeven. Bij voertuigstilstand verschijnt bovendien de aangeduide baan van de auto in de actueel geselecteerde parkeerplek .

Wanneer een parkeerplek wordt weergegeven: De auto tot stilstand brengen.
Zo nodig een andere parkeerplek selecteren.
Auto's met 360°-camera:
Eventueel de inparkeerrichting wijzigen.
Inparkeren starten:
De geselecteerde parkeerplek bevestigen.

De richtingaanwijzer wordt automatisch ingeschakeld als het inparkeren wordt gestart. De verantwoordelijkheid voor het correct inschakelen van de richtingaanwijzers ligt altijd bij u. Indien noodzakelijk de richtingaanwijzers overeenkomstig gebruiken.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door opzij bewegen van de auto bij het in- en uitparkeren

De auto beweegt bij het in‑ en uitparkeren opzij en kan daarbij ook op de andere rijstrook komen.

Daardoor kunt u in botsing komen met andere weggebruikers of objecten.

Op andere verkeersdeelnemers en objecten letten.
Eventueel stoppen of de parkeerprocedure met de actieve parkeerassistent afbreken.
Als op het mediadisplay bijvoorbeeld de melding Achteruitversnelling inschakelen a.u.b. verschijnt: De betreffende transmissiestand inschakelen.

De auto parkeert in de geselecteerde parkeerplek.

Tijdens het inparkeren met de actieve parkeerassistent worden de rijstroken in het camerabeeld groen weergegeven.

Na beëindiging van het inparkeren verschijnt de melding Parkeerassistent beëindigd, auto overnemen. Eventueel kunnen nog manoeuvreerprocedures noodzakelijk zijn.

De auto tegen wegrollen beveiligen. Wanneer de wettelijke voorschriften of de plaatselijke omstandigheden dit vereisen: De wielen in de richting van de stoeprand draaien.

U kunt de auto tijdens het inparkeren tot stilstand brengen en een andere transmissiestand kiezen. Daarop berekent het systeem een nieuwe baan van de auto. Als geen nieuwe baan voor de auto beschikbaar is, kan opnieuw van transmissiestand worden gewisseld. Bovendien kan het inparkeren worden onderbroken door te remmen, bijvoorbeeld om personen in of uit te laten stappen. Het inparkeren kan worden voortgezet door het gaspedaal kort in te drukken.