Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Combi
  • 03/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de achteruitrijcamera

Als de functie in het multimediasysteem is geactiveerd meer, wordt bij het inschakelen van de achteruitversnelling het beeld van de achteruitrijcamera weergegeven op het mediadisplay. Dynamische hulplijnen tonen het rijspoor aan de hand van de actuele stuuruitslag. Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren en obstakels vermijden.

De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

De hulplijnen op het mediadisplay geven de afstanden tot de eigen auto aan. De weergegeven afstanden gelden alleen op rijbaanhoogte.

Afhankelijk van de uitrusting kunt u kiezen tussen de volgende weergaven:
  • Normale weergave

  • Groothoekweergave

  • Aanhangwagenweergave

Het gebied achter de auto wordt net als in de binnenspiegel in spiegelbeeld weergegeven.

Auto's zonder PARKTRONIC-parkeerassistent

De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:

Normale weergave
Rijvlak afhankelijk van de actuele stuuruitslag (dynamisch)
Hulplijnen op circa 0,5 m, 1,0 m, 1,5 m en 3,0 m afstand tot het achtergedeelte
Rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Bumper
Hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Groothoekweergave
Aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Richthulp
Hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Auto's met PARKTRONIC-parkeerassistent

De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem:

Normale weergave
Gele waarschuwingsindicatie: Obstakels op een afstand tussen circa 0,7 m en 1,0 m
Oranje waarschuwingsindicatie: Obstakels op een afstand tussen circa 0,3 m en 0,7 m
Hulplijnen op circa 0,5 m, 1,0 m, 1,5 m en 3,0 m afstand tot het achtergedeelte
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Rijvlak afhankelijk van de actuele stuuruitslag (dynamisch)
Hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
De kleur van de waarschuwingsindicatie / verandert dynamisch en is afhankelijk van de afstand tot het herkende obstakel:
  • Blauw: Geen obstakels op een afstand van minder dan 1,0 m herkend.

  • Geel: Obstakels op een afstand tussen circa 0,7 m en 1,0 m

  • Oranje: Obstakels op een afstand tussen circa 0,4 m en 0,7 m

  • Rood: Obstakels op een zeer korte afstand van circa 0,4 m of minder

Auto's met actieve parkeerassistent: Als de actieve parkeerassistent is ingeschakeld, worden de rijsporen groen weergegeven.

Groothoekweergave
Weergave van de PARKTRONIC-parkeerassistent
Aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Systeemstoring

Als er geen activering van de achteruitrijcamera heeft plaatsgevonden, verschijnt de melding Systeem buiten werking op het mediadisplay.

Systeemgrenzen
De achteruitrijcamera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • De achterklep is geopend.

  • De weersomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld door hevige regen, sneeuw, nevel, storm of spatwater.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • Camera's of onderdelen van de auto, waarin de camera's zijn ingebouwd, zijn beschadigd, verontreinigd of afgedekt. Informatie over de sensoren en camera's van de auto meer in acht nemen.

In deze situaties de achteruitrijcamera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Het contrast van het display kan nadelig worden beïnvloed door invallend zonlicht of andere lichtbronnen, bijvoorbeeld als een garage wordt verlaten. Wees in dat geval extra voorzichtig.

Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, bijvoorbeeld als gevolg van pixelfouten, laten repareren of vervangen.