Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Combi
  • 08/2020
app store google play
X

Printen
TEMPOMAT of variabele limiter bedienen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door opgeslagen snelheid

Wanneer u de opgeslagen snelheid oproept en deze lager is dan de actuele snelheid, remt de auto af.

Rekening houden met de verkeerssituatie voordat de opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
Voorwaarden
TEMPOMAT
  • De TEMPOMAT is geselecteerd.

  • Het ESP® is ingeschakeld, maar mag niet regelen.

  • De rijsnelheid bedraagt minimaal 20 km/h.

  • De transmissie staat in de stand .

Variabele Limiter
  • De variabele limiter is geselecteerd.

Stuurbedieningspaneel TEMPOMAT en limiter
Opgeslagen of herkende snelheid overnemen
TEMPOMAT of variabele limiter deactiveren
TEMPOMAT selecteren
Limiter selecteren
Bedieningspaneel snelheid verhogen of verlagen
TEMPOMAT en variabele limiter bedienen:
met slechts één vinger de betreffende toets indrukken of over het bedieningspaneel vegen.

Omschakelen tussen TEMPOMAT en variabele limiter:

TEMPOMAT selecteren:
indrukken.
Variabele limiter selecteren:
indrukken.

Auto's met actieve afstandsassistent DISTRONIC: De variabele limiter wordt via een andere toets gekozen meer.

TEMPOMAT of variabele limiter activeren:

of op het bedieningspaneel indrukken.

De actueel gereden snelheid wordt opgeslagen en door de auto aangehouden (TEMPOMAT) of begrensd (variabele limiter).

of
indrukken.

De laatst opgeslagen snelheid wordt opgeroepen en door de auto aangehouden (TEMPOMAT) of begrensd (variabele limiter).

Wanneer daarvoor de laatst opgeslagen snelheid is gewist, wordt de momenteel gereden snelheid opgeslagen.

Als de auto wordt geparkeerd, wordt de laatst opgeslagen snelheid gewist.

Wanneer u de TEMPOMAT of de actieve afstandsassistent DISTRONIC activeert, wordt de laatst opgeslagen snelheid voor de variabele limiter gewist.

Opgeslagen snelheid verhogen/verlagen:

Opgeslagen snelheid verhogen: Van onder naar boven over het bedieningspaneel vegen.
  • De opgeslagen snelheid wordt met 1 km/h verhoogd.

Opgeslagen snelheid verlagen: Van boven naar onder over het bedieningspaneel vegen.
  • De opgeslagen snelheid wordt met 1 km/h verlaagd.

of
Kort of op het bedieningspaneel indrukken.

De opgeslagen snelheid wordt tot het volgende tiental (bijvoorbeeld 50 km/h of 60 km/h) verhoogd of verlaagd.

of
of op het bedieningspaneel indrukken en ingedrukt houden.

De opgeslagen snelheid wordt tot het volgende tiental en vervolgens in stappen van 10 km/h verhoogd of verlaagd.

of
De auto op de gewenste snelheid brengen.
op het bedieningspaneel indrukken.

Als de variabele limiter op passief wordt geschakeld, kunt u de opgeslagen snelheid daarvan niet in stappen van 1 km/h verhogen of verlagen.

Herkende snelheid overnemen:

Wanneer de verkeerstekenassistent bij geactiveerde TEMPOMAT/variabele limiter verkeersborden met een toegestane maximumsnelheid herkend heeft en deze in het combi-instrument worden weergegeven:

indrukken.

De toegestane maximumsnelheid van het verkeersbord wordt opgeslagen en door de auto aangehouden of overeenkomstig begrensd.

TEMPOMAT of variabele limiter deactiveren:

indrukken.

Wanneer u remt, het ESP® uitschakelt of wanneer het ESP® regelt, wordt de TEMPOMAT gedeactiveerd. De variabele limiter wordt niet gedeactiveerd.

Als de auto wordt geparkeerd, wordt de laatst opgeslagen snelheid gewist.

Wanneer u de TEMPOMAT of de actieve afstandsassistent DISTRONIC selecteert, wordt de laatst opgeslagen snelheid voor de variabele limiter gewist.