Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Combi
  • 02/2019
app store google play
X

Printen
DRIFT MODE in- en uitschakelen
WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar voor ongevallen door doordraaiende wielen

Wanneer de DRIFT MODE wordt gebruikt, is het ESP® niet beschikbaar. Afzonderlijke wielen kunnen doordraaien en de auto kan uitbreken.

Er bestaat verhoogd slipgevaar en gevaar voor ongevallen!

DRIFT MODE niet tijdens het normale gebruik op straat gebruiken.
DRIFT MODE mag alleen op afgesloten circuits, buiten het publieke verkeer, worden geactiveerd en gebruikt.
Er mogen zich geen personen of voorwerpen in de omgeving van de auto bevinden; dit controleren.
Voorwaarden
  • Het ESP® is uitgeschakeld meer.

  • Het rijprogramma (RACE) is geselecteerd meer.

  • De portieren, de motorkap en de achterklep zijn gesloten.

  • De motor draait en de transmissie en de motor zijn op bedrijfstemperatuur.

  • De transmissie bevindt zich in de stand .

DRIFT MODE inschakelen

Het gebruik van de DRIFT MODE vereist een buitengewoon gekwalificeerde en ervaren bestuurder.

Beslist de veiligheidsaanwijzingen en de informatie over het onderwerp ESP® lezen meer.

Gedurende een halve seconde aan de stuurwielschakelpaddles en trekken.

Wanneer aan alle inschakelvoorwaarden is voldaan, toont het combi-instrument de melding DRIFT MODE bevestigen: Paddle UP afbreken: Paddle DOWN en knippert het waarschuwingslampje DRIFT.

Om te annuleren:
Aan de stuurwielschakelpaddle trekken.

Het combi-instrument toont de melding DRIFT MODE afgebroken en het waarschuwingslampje DRIFT dooft.

Om te bevestigen:
Aan de stuurwielschakelpaddle trekken.

Het combi-instrument toont de melding DRIFT MODE actief en het waarschuwingslampje DRIFT brandt permanent.

DRIFT MODE uitschakelen
Gedurende een halve seconde aan de stuurwielschakelpaddles en trekken.

De melding DRIFT MODE actief verdwijnt en het waarschuwingslampje DRIFT dooft.

In de volgende gevallen wordt de DRIFT MODE automatisch uitgeschakeld:
  • Het ESP® wordt ingeschakeld.

  • Het rijprogramma (RACE) wordt uitgeschakeld.

  • De auto wordt geparkeerd.

  • Automatisch uitschakelen is bij de auto noodzakelijk.