Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Combi
  • 08/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de 360°-camera

De 360°-camera is een systeem dat bestaat uit vier camera's, die de directe omgeving van de auto vastleggen. Het systeem ondersteunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij onoverzichtelijke uitritten.

De weergaven van de 360°-camera zijn bij vooruitrijden tot een snelheid van circa 16 km/h en bij achteruitrijden altijd beschikbaar.

De 360°-camera is slechts een hulpmiddel en toont mogelijkerwijs obstakels in een ander perspectief, niet goed of geheel niet. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

Het systeem verwerkt de beelden van de volgende camera's:
  • Achteruitrijcamera

  • Frontcamera

  • Twee zijcamera's in de buitenspiegels

Weergaven van de 360°-camera
Groothoekweergave vóór
Top View met beeld van de frontcamera
Top View met beeld van de zijcamera in de buitenspiegels
Groothoekweergave achter
Top View met beeld van de achteruitrijcamera
Top View met aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Functie van de hulplijnen

In de Top View weergaven worden bovendien hulplijnen in het camerabeeld weergegeven, die u helpen door het weergeven van de berekende baan van de auto, gebaseerd op de actuele stuuruitslag, en de afstand.

Hulplijnen op circa 0,5 m, 1,0 m, 1,5 m en 3,0 m Afstand tot het achtergedeelte
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Rijvlak afhankelijk van de actuele stuuruitslag (dynamisch)
Hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte

Als de actieve parkeerassistent is ingeschakeld, worden de rijbanen groen afgebeeld.

De hulplijnen geven de afstanden ten opzichte van de eigen auto aan. De afstanden gelden op rijbaanhoogte.

In de aanhangwagenmodus worden de hulplijnen ter hoogte van de aanhangwagenvoorziening afgebeeld.

In alle weergaven wordt bovendien de waarschuwingsindicatie van de PARKTRONIC-parkeerassistent getoond meer.

De kleur van de waarschuwingsindicatie verandert dynamisch en is afhankelijk van de afstand tot het herkende obstakel:
  • Blauw: Geen obstakels op een afstand van minder dan 1,0 m herkend

  • Geel: Obstakels op een afstand tussen circa 0,7 m en 1,0 m

  • Oranje: Obstakels op een afstand tussen circa 0,4 m en 0,7 m

  • Rood: Obstakels op een zeer korte afstand van circa 0,4 m of minder

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent gereed voor gebruik is en er geen objecten worden herkend, wordt de waarschuwingsindicatie hierbij blauw weergegeven.

Groothoekweergave vóór
Waarschuwingsindicatie van de PARKTRONIC-parkeerassistent
Top View met beeld van de frontcamera
Waarschuwingsindicatie van de PARKTRONIC-parkeerassistent meer
Eigen auto van bovenaf
Baan van de auto bij actuele stuuruitslag
Top View met beeld van de zijcamera in de buitenspiegels

In deze weergave kunnen de zijkanten van de auto worden bekeken.

Hulplijnen van de buitenmaten van de auto met uitgeklapte buitenspiegels
Markering van de punten waar de wielen de grond raken
Top View aanhangwagenweergave — geen aanhangwagen aangekoppeld

Als u de aanhangwagenweergave selecteert terwijl er geen aanhangwagen aan de auto is gekoppeld, verschijnt het volgende beeld.

Richthulp
Hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Top View aanhangwagenweergave — aanhangwagen aangekoppeld

Wanneer de elektrische verbinding van de auto met de aanhangwagen tot stand is gebracht, wisselt het beeld naar een aanzicht van de zijcamera's.

Dit aanzicht ondersteunt bij het manoeuvreren met een aanhangwagen.

Systeemgrenzen

Wanneer er geen activering heeft plaatsgevonden, verschijnt de melding Systeem buiten werking op het mediadisplay.

De 360°-camera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • U rijdt vooruit met een snelheid van meer dan circa 16 km/h.

  • De portieren zijn geopend.

  • Een buitenspiegel is niet volledig uitgeklapt.

  • Het kofferdeksel is geopend.

  • De weersomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld door hevige regen, sneeuw, nevel, storm of spatwater.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen.

  • Camera's of onderdelen van de auto waarin de camera's zijn ingebouwd, zijn beschadigd. In dit geval de camera's, hun stand en afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Bij zwaar beladen auto's kunnen bij het verlaten van de standaardhoogte om technische redenen onnauwkeurigheden bij de hulplijnen en in de weergave van de berekende afbeeldingen optreden.

Door op de auto gemonteerde voertuigaanbouwen (bijvoorbeeld kentekenplaathouder, fietsdrager) kunnen het gezichtsveld en verdere functies van het camerasysteem worden beperkt.

Het contrast van het display kan door plotseling invallend zonlicht of andere lichtbronnen nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een garage. Wees in dat geval extra voorzichtig.

Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, bijvoorbeeld als gevolg van pixelfouten, laten repareren of vervangen.

De aanwijzingen voor het reinigen van de 360°-camera in acht nemen meer.