De auto wordt in de transmissiestand of gestopt.
U stopt achter een wegrijdend voertuig.
U stopt zonder voorligger bij een stopbord.
U draait bij een lage rijsnelheid het stuurwiel ver uit.
In de transmissiestand wordt de motor ondanks de ingeschakelde HOLD-functie niet automatisch afgezet.
In de transmissiestand wordt bij niet actieve HOLD-functie het rempedaal losgelaten.
De transmissiestand of wordt ingeschakeld.
Het gaspedaal wordt ingedrukt.
U wijzigt de voertuighoogte.
Er moet een automatische motorstart bij de auto worden uitgevoerd.
Als de motor door het ECO start-stopsysteem is afgezet en de auto wordt verlaten, klinkt een waarschuwingssignaal en wordt de motor niet opnieuw gestart. Bovendien verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Voertuig klaar om te rijden Voor het verlaten contact uitschakelen. Als het contact niet wordt uitgeschakeld, wordt dit na drie minuten automatisch uitgeschakeld.