Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Sedan
  • 12/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de in- en uitstaphulp
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij wegrijden tijdens het instellen van de uitstaphulp

U kunt de controle over het voertuig verliezen.

Alvorens weg te rijden altijd afwachten, tot het instellen beëindigd is.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instellen van de in‑ en uitstaphulp

Daardoor kunnen u en andere inzittenden bekneld raken.

U ervan verzekeren dat er zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel en het stuurwiel bevinden.
Bij gevaar van bekneld raken door het stuurwiel de bedieningshendel van het stuurwiel bewegen.

De instelling wordt onderbroken.

Bij gevaar van bekneld raken door de bestuurdersstoel op de schakelaar voor de stoelinstelling drukken.

De instelling wordt onderbroken.

Het instellen kan wordt gestopt door het indrukken van een geheugenplaatstoets van de geheugenfunctie.

WAARSCHUWING Inklemgevaar bij activering van de in‑ en uitstaphulp door kinderen

Wanneer kinderen de in‑ en uitstaphulp activeren, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.

Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen.

Om ervoor te zorgen dat u de in- en uitstaphulp kunt gebruiken moet de automatische stoelaanpassing zijn ingeschakeld meer.

Als de in- en uitstaphulp actief is, zwenkt het stuurwiel in de volgende situaties omhoog, en beweegt de bestuurdersstoel naar achteren:
  • Het contact wordt uitgeschakeld als het bestuurdersportier geopend is.

  • Bij uitgeschakeld contact wordt het bestuurdersportier geopend.

Het stuurwiel zwenkt alleen omhoog, als dit zich niet al tegen de bovenste aanslag bevindt. De bestuurdersstoel schuift alleen naar achteren, als deze niet al in de achterste stand staat.

Het stuurwiel en de bestuurdersstoel bewegen in de volgende gevallen in de laatste rijstand terug:
  • Het contact of de spanningsvoorziening wordt ingeschakeld als het bestuurdersportier gesloten is.

  • U sluit het bestuurdersportier terwijl het contact is ingeschakeld.

De laatste rijstand wordt in de volgende gevallen opgeslagen:
  • U schakelt het contact uit.

  • U roept de stoelinstellingen op met de geheugenfunctie.

  • De stoelinstelling wordt met de geheugenfunctie opgeslagen.

Wanneer een van de positietoetsen van de geheugenfunctie wordt ingedrukt, wordt het instellen gestopt.