Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Sedan
  • 08/2021
app store google play
X

Printen
Functie van de in- en uitstaphulp
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij wegrijden tijdens het instellen van de in‑ en uitstaphulp

U kunt de controle over de auto verliezen.

Alvorens weg te rijden altijd afwachten, tot het instellen beëindigd is.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instellen van de in‑ en uitstaphulp

U en andere inzittenden – in het bijzonder kinderen – kunnen bekneld raken.

U ervan verzekeren dat er zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van het stuurwiel en de bestuurdersstoel bevinden.

Bij gevaar voor inklemming door het stuurwiel:

De bedieningshendel van het stuurwiel bewegen.

De instelling wordt onderbroken.

Bij gevaar voor inklemming door de bestuurdersstoel:

De schakelaar van de stoelinstelling indrukken.

De instelling wordt onderbroken.

Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen.

Het instellen kan wordt gestopt door het indrukken van een geheugenplaatstoets van de geheugenfunctie.

WAARSCHUWING Inklemgevaar bij activering van de in‑ en uitstaphulp door kinderen

Wanneer kinderen de in‑ en uitstaphulp activeren, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.

Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen.

Om ervoor te zorgen dat u de in- en uitstaphulp kunt gebruiken moet de automatische stoelaanpassing zijn ingeschakeld meer.

Bij een actieve in- en uitstaphulp bewegen het stuurwiel en de bestuurdersstoel als volgt:
  • Het stuurwiel zwenkt omhoog.

  • De bestuurdersstoel gaat naar voren of naar achteren in een zitpositie die geschikt is voor het uitstappen.

Dit gebeurt in de volgende situaties:
  • U schakelt de auto uit wanneer het bestuurdersportier geopend is.

  • U opent het bestuurdersportier wanneer de auto uitgeschakeld is.

Het stuurwiel zwenkt alleen omhoog, wanneer dit zich niet al tegen de bovenste aanslag bevindt. De bestuurdersstoel schuift alleen naar achteren, wanneer deze niet al in de achterste stand staat.

Het stuurwiel en de bestuurdersstoel bewegen in de volgende gevallen in de laatste rijstand terug:
  • U schakelt de spanningsvoorziening of de auto in wanneer het bestuurdersportier gesloten is.

  • U sluit het bestuurdersportier wanneer de auto ingeschakeld is.

De laatste rijstand wordt in de volgende gevallen opgeslagen:
  • U schakelt de auto uit.

  • U roept de stoelinstellingen op met de geheugenfunctie.

  • De stoelinstelling wordt met de geheugenfunctie opgeslagen.

Wanneer een van de positietoetsen van de geheugenfunctie wordt ingedrukt, wordt het instellen gestopt.