Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Limousine Lang
  • 08/2021
app store google play
X

Printen
Functie van de actieve rijstrookwisselassistent

De actieve rijstrookwisselassistent ondersteunt de bestuurder bij het wisselen van rijstrook en wordt geactiveerd door kort knipperen.

De actieve rijstrookwisselassistent is slechts een hulpmiddel en ontslaat u er niet van zelf goed te blijven opletten. De aanwijzingen met betrekking tot de rijsystemen en uw verantwoording in de handleiding van uw auto in acht nemen, anders kunt u gevaren niet herkennen.

Voor het wisselen van rijstrook moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
  • U rijdt op een autosnelweg of een autoweg.

  • De rijsnelheid ligt tussen 80 km/h en 180 km/h.

  • De aangrenzende rijstrook is van de eigen rijstrook afgescheiden door een onderbroken rijstrookmarkering.

  • Er wordt geen voertuig of obstakel herkend op de aangrenzende rijstrook.

  • De sensoren hebben sinds de laatste keer starten van de auto eenmaal een voertuig met voldoende afstand achter de eigen auto herkend.

  • De actieve rijstrookwisselassistent is in het multimediasysteem geselecteerd.

  • De actieve afstandsassistent DISTRONIC en de actieve stuurassistent worden op de autosnelweg geactiveerd.

In de volgende gevallen is het systeem niet beschikbaar en moet dit opnieuw worden geactiveerd:
  • De actieve afstandsassistent DISTRONIC en de actieve stuurassistent werden reeds vóór het oprijden van de autosnelweg geactiveerd.

  • Het systeem herkent de weg waarop wordt gereden kortstondig niet meer als autosnelweg of snelwegachtige weg, bijvoorbeeld bij een snelwegknooppunt.

Wanneer de actieve rijstrookwisselassistent weer een geschikte weg herkent, kunt u deze via een van de toetsen , of opnieuw activeren.

Weergave op het bestuurdersdisplay in het menu Assistentie
Groene pijl: Wisselen van rijstrook gestart
Rode pijl: Veranderen van rijstrook afgebroken

Wanneer de actieve rijstrookwisselassistent beschikbaar is, verschijnt de display met groene pijlen op het bestuurdersdisplay. Wanneer het systeem is geactiveerd maar momenteel niet beschikbaar is, verschijnt de weergave met grijze pijlen op het bestuurdersdisplay.

Wanneer op de aangrenzende rijstrook geen voertuig of obstakel wordt herkend en wanneer het wisselen van rijstrook is toegestaan, dan wordt hiermee begonnen nadat de bestuurder het kort knipperen heeft geactiveerd. Het wisselen van rijstrook wordt aan de bestuurder getoond met een groen knipperende pijl naast het stuurwielsymbool . Op het bestuurdersdisplay wordt In het menu Assistentie een groene pijl op de betreffende naastgelegen rijstrook weergegeven. Bovendien verschijnt bijvoorbeeld de melding Rijstrookwisseling naar links.

De actieve rijstrookwisselassistent kan in onder andere de volgende situaties worden afgebroken:
  • De omgevingsomstandigheden veranderen (bijvoorbeeld herkend obstakel).

  • De bestuurder neemt de handen van het stuurwiel.

  • De bestuurder stuurt te sterk of in de tegengestelde richting.

  • De bestuurder bedient de richtingaanwijzers in de tegengestelde richting.

  • De actieve afstandsassistent DISTRONIC of de actieve stuurassistent worden gedeactiveerd.

  • Het veranderen van rijstrook kan niet zoals gepland door de auto worden uitgevoerd.

Het afbreken van de actieve rijstrookwisselassistent wordt als volgt weergegeven:
  • De pijl in de geselecteerde rijrichting wordt rood.

  • Op bestuurdersdisplay verschijnt een betreffende melding.

  • In bepaalde gevallen klinkt een waarschuwingssignaal.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door verwisselen van rijstrook naar bezette rijstrook

De rijstrookwisselassistent kan niet altijd eenduidig herkennen of de naastgelegen rijstrook vrij is.

Het verwisselen van rijstrook kan ondanks bezette aangrenzende rijstrook worden ingeleid.

Vóór het wisselen van rijstrook controleren dat de aangrenzende rijstrook vrij is en dat gevaar voor andere verkeersdeelnemers uitgesloten is.
Het verwisselen van rijstrook controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door onverwachte afbreking van de werking van de rijstrookwisselassistent

Wanneer de systeemgrenzen van de rijstrookwisselassistent worden bereikt, is niet gewaarborgd dat het systeem actief blijft.

De rijstrookwisselassistent biedt dan geen ondersteunende stuurmomenten meer.

Het verwisselen van rijstrook altijd uitvoeren met de handen aan het stuurwiel en controleren. De verkeerssituatie controleren en indien nodig sturen en/of remmen.
Systeemgrenzen
Het systeem kan in de volgende situaties mogelijk niet correct werken of buiten werking zijn:
  • Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door sneeuw, regen, mist, veel spatwater, sterk wisselende lichtomstandigheden of schaduwen op de rijbaan

  • Wanneer de auto wordt verblind, bijvoorbeeld door tegemoetkomend verkeer, direct invallend zonlicht of reflecties

  • Bij ontoereikende verlichting van de weg of wanneer de exterieurverlichting een defect vertoont

  • Wanneer de voorruit in de omgeving van de camera vervuild, beslagen, beschadigd of afgedekt is, bijvoorbeeld door een sticker

  • Wanneer de sensoren beschadigd, afgedekt of vervuild zijn

  • Wanneer geen of meerdere niet eenduidige rijstrookmarkeringen voor een rijstrook aanwezig zijn of de markeringen snel veranderen, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden of splitsingen

  • Wanneer het systeem geen geschikte weg herkent, bijvoorbeeld bij scherpe bochten of kort na een oprit.

  • Wanneer de rijstrookmarkeringen versleten, donker of bedekt zijn, bijvoorbeeld door vuil of sneeuw

  • Wanneer de afstand tot de voorligger te klein is en daardoor de rijstrookmarkeringen niet worden herkend

  • Bij obstakels die op de rijstrook staan of over de rand van de rijstrook uitsteken, bijvoorbeeld geleidebakens

  • Bij een te lage bandenspanning

Bovendien de systeemgrenzen van de actieve stuurassistent en de informatie over de voertuigsensoren en -camera's in de handleiding van de auto in acht nemen.

Na aflevering van de auto initialiseren de sensoren van de actieve rijstrookwisselassistent zich automatisch over een bepaalde afstand. Tijdens deze inleerprocedure is de actieve rijstrookwisselassistent niet beschikbaar en verschijnen er geen pijlen naast het symbool van de actieve stuurassistent .