Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Limousine Lang
  • 12/2020
app store google play
X

Printen
ISOFIX- of i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem op de zitplaats achterin inbouwen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door het overschrijden van het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem

De ISOFIX‑ of i‑Size-kinderzitjesbevestigingssystemen kunnen overbelast raken en het kind kan bijvoorbeeld bij een ongeval niet meer worden tegengehouden.

Als het kind en het kinderzitjesbevestigingssysteem samen meer dan 33 kg wegen, alleen een ISOFIX‑ of een i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem gebruiken waarbij het kind met de veiligheidsgordel van de zitplaats wordt beveiligd.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem tevens, indien aanwezig, met de Top Tether-gordel vastzetten.
Altijd de gegevens over het gewicht van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen:
  • in de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem

  • op een label aan het kinderzitjesbevestigingssysteem, indien aanwezig

Regelmatig controleren dat het toegestaan totaalgewicht van kind en kinderzitjesbevestigingssysteem wordt aangehouden.

Bij de montage van een kinderzitjesbevestigingssysteem altijd het volgende in acht nemen:
  • Altijd het toepassingsgebied en de geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen. ISOFIX-kinderzitjesverankering meerof i‑Size-kinderzitjesverankering meer
  • Altijd de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
  • Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de voorstoel iets naar voren instellen.
Bij de montage van een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem ook het volgende in acht nemen:
  • Bij gebruik van een babyschaal van de gewichtsgroep 0/0+ en een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van de gewichtsgroep I op een zitplaats achterin: De voorstoel zo instellen, dat deze het kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
  • Bij gebruik van een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van de gewichtsgroep I: Indien mogelijk de hoofdsteunen van de betreffende stoel uitbouwen. Bovendien moet de leuning van het kinderzitjesbevestigingssysteem zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de zitplaats aan liggen. Na het uitbouwen van het kinderzitjesbevestigingssysteem de hoofdsteun direct aanbrengen en alle hoofdsteunen correct instellen.
  • Wanneer de hoofdsteun van het kinderzitje in aangebrachte toestand in de auto niet compleet kan worden uitgeschoven, leidt dit tot een beperking in de maximale grootte-instelling bij kinderzitjesbevestigingssystemen van de gewichtsgroepen II of III. Contact met het dak bij volledig uitgeschoven en vergrendelde hoofdsteun leidt niet tot een beperking tijdens het gebruik.
  • Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet onder spanning en/of getordeerd tussen het dak en het zitvlak worden ingebouwd. Indien mogelijk de zittinghoek overeenkomstig instellen.
  • Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet door de hoofdsteun worden belast. De hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
Bij de montage van een i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem ook het volgende in acht nemen:
  • Bij gebruik van een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem: De voorstoel zo instellen dat deze het kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
  • Bij gebruik van een naar voren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem: Indien mogelijk de hoofdsteunen van de betreffende stoel uitbouwen. Bovendien moet de leuning van het kinderzitjesbevestigingssysteem zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de zitplaats aan liggen. Na het uitbouwen van het kinderzitjesbevestigingssysteem de hoofdsteun direct aanbrengen en alle hoofdsteunen correct instellen.

Voor iedere rit beslist controleren, dat het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem of het i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem correct in beide ISOFIX- of i‑Size-bevestigingsbeugels vergrendeld is.

AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats bij de montage van het kinderzitjesbevestigingssysteem
Controleren dat de veiligheidsgordel niet bekneld raakt.
Auto's met ruststoel achterin: De rugleuning van de ruststoel achterin iets vlakker zetten, voordat het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem of het i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem wordt bevestigd.
De afdekking omhoogklappen.
De lip aan de afdekking omhoogtrekken en op het steunvlak plaatsen.

De afdekking blijft omhooggeklapt.

Het ISOFIX- of het i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem aan beide ISOFIX-bevestigingsbeugels monteren.
De afdekking omhoogklappen om deze te sluiten.
De lip van het steunvlak tillen en in de sleuf tussen de rugleuning en de zitting teruggeleiden. Daarbij de bekledingsklep sluiten.
Auto's met ruststoel achterin: De rugleuning van de ruststoel achterin weer in een steilere stand zetten.

De rugleuning van de ruststoel achterin moet tegen het kinderzitjesbevestigingssysteem aan liggen.