Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • S-Klasse
  • Limousine Lang
  • 12/2020
app store google play
X

Printen
Functie van de remote parkeerassistent

De remote parkeerassistent is een extra functie van de actieve parkeerassistent. De lokale voorschriften en wetgeving voor het gebruik van de remote parkeerassistent in het openbare verkeer in acht nemen.

Wanneer voorgeschreven is dat de wielen in de richting van de stoep moeten wijzen, mag de remote parkeerassistent niet worden gebruikt.

Erop letten dat de remote parkeerassistent alleen mag worden bediend, indien u in het bezit bent van een geldig rijbewijs en in een geschikte toestand om een voertuig te besturen.

De remote parkeerassistent parkeert uw auto in, terwijl u zich buiten de auto bevindt. Het manoeuvreren en parkeren kunt u daarbij via uw mobiele telefoon controleren.

Met de remote parkeerassistent kan het in- en uitparkeren van de actieve parkeerassistent worden uitgevoerd. Bovendien kan de auto direct voor een garage of een inrit worden geplaatst, om de auto vervolgens met de remote parkeerassistent in of uit te parkeren.

De remote parkeerassistent zorgt voor het gas geven, remmen, sturen en schakelen. De auto is vergrendeld als de remote parkeerassistent actief is.

De remote parkeerassistent is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en uitparkeren. Indien noodzakelijk het parkeren onderbreken of beëindigen. Erop letten dat zich geen personen, dieren of voorwerpen in de baan van de auto bevinden. Ook op andere voertuigen letten.

Systeemgrenzen
Wanneer het systeem tijdens het manoeuvreren of parkeren een storing of systeemgrens herkent, wordt de procedure afgebroken:
  • De auto wordt tot stilstand gebracht.

  • De transmissiestand wordt ingeschakeld en de elektrische parkeerrem wordt automatisch bediend.

  • De motor wordt afgezet.

  • De auto is nog steeds vergrendeld.

Als het parkeren wordt afgebroken, verschijnt een overeenkomstige melding op de mobiele telefoon.

Afhankelijk van de situatie kunt u de procedure overnemen, de auto terug naar de uitgangspositie manoeuvreren of de controle in de auto overnemen.

De systeemgrenzen van de actieve parkeerassistent gelden meer.

Bepaalde weersomstandigheden, bijvoorbeeld sneeuw of zware regenval, kunnen ertoe leiden dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauwkeurig kunnen worden bepaald of dat er verbindingsproblemen met de mobiele telefoon ontstaan. De remote parkeerassistent alleen gebruiken op een vlakke, stroeve ondergrond.

Tijdens het parkeren mag uw afstand tot de auto niet groter zijn dan circa 3,0 m. Bij een grotere afstand wordt de procedure afgebroken en wordt een overeenkomstige melding op de mobiele telefoon weergegeven. Als u weer dichter bij de auto komt, kunt u de procedure voortzetten.