Als het motortoerental hoger is dan het stationair toerental en vervolgens de transmissiestand 
of 
wordt ingeschakeld, kan de auto met een schok accelereren.
of wordt ingeschakeld, altijd het rempedaal stevig indrukken en niet tegelijkertijd gas geven. 
Om de neutraalstand 
te kiezen wanneer het contact is ingeschakeld, de keuzehendel meerdere seconden tot de eerste weerstand omhoog- of omlaagdrukken.
Als vervolgens het rempedaal wordt losgelaten kan de auto vrij worden bewogen, bijvoorbeeld om te worden geduwd of gesleept.
moet blijven, als volgt te werk gaan: inschakelen. Op het bestuurdersdisplay verschijnt de melding Wegrolgevaar N handmatig ingeschakeld Geen automatische inschakeling van P.
Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de automatische transmissie in de neutraalstand .
wordt opnieuw geactiveerd zodra aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: Er wordt in transmissiestand
of gewisseld. De toets
wordt ingedrukt.