Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Cabriolet
  • 02/2019 -
app store google play
X

Printen
Noodknipperlichten in- of uitschakelen
De toets  indrukken.
In de volgende situaties wordt het noodknipperlicht automatisch ingeschakeld:
  • De airbag is geactiveerd.

  • De auto wordt sterk, vanaf een snelheid boven 70 km/h, afgeremd tot stilstand van de auto.

Als vervolgens wordt verder gereden, wordt de alarmknipperlichtinstallatie bij circa 10 km/h automatisch uitgeschakeld. U kunt de alarmknipperlichtinstallatie ook met de toets  uitschakelen.

Brandblusser uitnemen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet correct bevestigde brandblusser in de beenruimte van de chauffeur

Een brandblusser in de beenruimte van de chauffeur kan de slag van de pedalen beperken of een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveiligheid van het voertuig in gevaar gebracht.

Bovendien kan de brandblusser in de beenruimte van de chauffeur gaan rondslingeren en de chauffeur of andere inzittenden verwonden.

De brandblusser altijd correct in de houder opbergen en bevestigen.
De brandblusser tijdens het rijden niet verwijderen.
Auto met linkse besturing: De lip omhoogtrekken.
De brandblusser uitnemen.
Veiligheidsvest uitnemen

De veiligheidsvesten bevinden zich in de veiligheidsvestvakken in de portieropbergvakken van het bestuurders- en passagiersportier.

Uitnemen:
Het veiligheidsvestfoedraal aan de lus eruit trekken.
Het veiligheidvestvak openen en het veiligheidsvest eruit nemen.
Maximum aantal wasbeurten
Maximale wastemperatuur
Niet bleken
Niet strijken
Geen wasdroger gebruiken
Niet chemisch reinigen
Veiligheidsvest klasse 2

Aan de in de wettelijke norm vastgelegde eisen kan alleen worden voldaan als het veiligheidsvest de juiste maat heeft en volledig gesloten is.

In de volgende gevallen de veiligheidsvesten vervangen:
  • De reflecterende strepen zijn beschadigd of vervuild.

  • Het is te vaak gewassen.

  • De fluorescerende eigenschappen nemen af.

Gevarendriehoek uitnemen
De gevarendriehoekhouder aan beide zijden in de richting van de pijl drukken en openen.
De gevarendriehoek uitnemen.
Overzicht EHBO-set

De EHBO-set bevindt zich links in de bagageruimte in het opbergnet.

QR-codes voor reddingskaart

In de tankdopklep en aan de tegenovergestelde zijde op de B-stijl zijn QR-codes bevestigd. Bij een ongeval kunnen reddingsdiensten met behulp van de QR-codes snel de overeenkomstige reddingskaart voor de auto bepalen. De actuele reddingskaart bevat in compacte vorm de belangrijkste informatie over de auto, bijvoorbeeld de ligging van de elektrische bedrading.

Meer informatie vindt u onder Homepage Mercedes-Benz - Reddingskaart.

Starthulp en 12V‑-accu opladen
Voorwaarden
  • De auto is met de elektrische parkeerrem beveiligd.

  • Auto's met automatische transmissie: De transmissie staat in de stand .

  • Het contact en alle elektrische verbruikers zijn uitgeschakeld.

  • De motorkap geopend.

Motorruimte (voorbeeld)
De afdekking van het pluscontact op het hulpstartpunt in de richting van de pijl schuiven.
Het pluscontact aan de eigen auto en de pluspool van de externe accu met de start-/laadkabel verbinden. Daarbij beginnen met het pluscontact van de eigen auto.
Bij starthulp:
De motor van de helpende auto met stationair toerental laten draaien.
De minpool van de externe accu en het massapunt aan de eigen auto met de start-/laadkabel verbinden. Daarbij met de externe accu beginnen.
Bij starthulp:
De motor van de eigen auto starten.
Bij opladen:
Het opladen starten.
Bij starthulp:
De motoren enkele minuten laten draaien.
Bij starthulp:
Voordat de startkabel wordt losgemaakt een elektrische verbruiker van de eigen auto, bijvoorbeeld de achterruitverwarming of de verlichting, inschakelen.

Als de starthulp of het opladen beëindigd is, de volgende stappen uitvoeren:

De startkabel/laadkabel eerst van het massapunt en de minpool van de externe accu losmaken, vervolgens van het pluscontact en de pluspool van de externe accu. Hierbij telkens beginnen bij de contacten van de eigen auto.
Na het verwijderen van de start-/laadkabels, de afdekking van het pluscontact sluiten.

Meer informatie is verkrijgbaar in een gekwalificeerde werkplaats.

Aanwijzingen met betrekking tot elektrische zekeringen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel door overbelaste bedrading

Wanneer een defecte zekering wordt gemanipuleerd, overbrugd of door een zekering met een hoger amperage wordt vervangen, kan de elektrische bedrading overbelast worden.

Hierdoor kan brand ontstaan.

Defecte zekeringen altijd door gespecificeerde nieuwe zekeringen met het correcte amperage vervangen.
AANWIJZING Beschadiging door verkeerde zekeringen

Door verkeerde zekeringen kunnen elektrische componenten of systemen worden beschadigd of aanzienlijk beperkt worden in hun werking.

Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven zekeringen met het aangegeven amperage gebruiken.

Doorgebrande zekeringen moeten worden vervangen door gelijkwaardige zekeringen, herkenbaar aan de kleur en de ampèrewaarde. De ampèrewaarden en verdere in acht te nemen informatie is te vinden in het zekeringaansluitschema.

Zekeringaansluitschema: Op de zekeringenkast in de bagageruimte meer.

AANWIJZING Beschadiging of functiestoring door vochtigheid

Door vochtigheid kunnen functiestoringen of beschadigingen aan de elektrische installatie ontstaan.

Bij een geopende zekeringenkast erop letten dat geen vochtigheid in de zekeringenkasten kan binnendringen.
Bij het sluiten van de zekeringenkast erop letten dat de afdichting van het deksel correct op de zekeringenkast is aangebracht.

Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuw doorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en verhelpen bij een gekwalificeerde werkplaats.

Voor het vervangen van zekeringen het volgende controleren:
  • De auto is beveiligd tegen wegrollen.

  • Alle elektrische verbruikers zijn uitgeschakeld.

  • Het contact is uitgeschakeld.

De elektrische zekeringen zijn over verschillende zekeringenkasten verdeeld:
  • Zekeringenkast in de motorruimte aan bestuurderszijde meer

  • Zekeringenkast in de cockpit aan bestuurderszijde meer

  • Zekeringenkast in de beenruimte van de passagier meer

  • Zekeringenkast in de bagageruimte in rijrichting rechts meer

Aanwijzingen met betrekking tot bandenpech
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door drukloze banden

Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag van de auto sterk.

Banden zonder noodloopeigenschappen:

Niet met drukloze band rijden.
De drukloze band direct vervangen door het nood‑ of reservewiel of contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Banden met noodloopeigenschappen:

De informatie en de waarschuwingsaanwijzingen over MOExtended banden (banden met noodloopeigenschappen) in acht nemen.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto hebt u in geval van bandenpech over de volgende mogelijkheden:
  • Auto's met MOExtended-banden: Beperkt doorrijden is mogelijk. Daarbij de waarschuwingsaanwijzingen over MOExtended banden (banden met noodloopeigenschappen) in acht nemen meer.

  • Auto's met TIREFIT Kit: U kunt de band repareren om beperkt te kunnen doorrijden. Daartoe de TIREFIT-set gebruiken meer.

  • Auto's met Mercedes me connect: U kunt in geval van pech een pechoproep starten met het bedieningspaneel dakconsole meer.

  • Alle auto's: Het wiel vervangen meer.

Een noodwiel is alleen in bepaalde landen verkrijgbaar.

Overzicht wielwisselgereedschap

Afgezien van enkele landspecifieke varianten zijn de auto's niet uitgerust met wielwisselgereedschap. Informeer bij een gekwalificeerde werkplaats welk wielwisselgereedschap voor het verwisselen van een wiel van de auto nodig en goedgekeurd is.

Het benodigde wielwisselgereedschap kan het volgende omvatten:
  • Krik

  • Wielkeg

  • Wielsleutel

  • Centreerpen

De krik heeft een gewicht van circa 3,4 kg.

Het maximumdraagvermogen van de krik vindt u op de sticker op de krik.

De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Het wielwisselgereedschap bevindt zich in de boordgereedschapstas .

De boordgereedschapstas bevat:
  • Krik

  • Handschoenen

  • Wielsleutel

  • Centreerpen

  • Uitklapbare wielkeg

  • Ratel voor krik

Uitklapbare wielkeg opzetten
Opbergplaats TIREFIT-set

De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagageruimtebodem.

Fles bandenafdichtmiddel
Bandenvulcompressor
De informatie over de vermogensklasse (LK) en/of de elektrische gegevens vindt u aan de achterzijde van de bandenvulcompressor:
  • LK2 – 12 V/15 A, 180 W, 0,8 kg

Op een afstand van circa 1 m tot de bandenvulcompressor en circa 1,6 m boven de grond geldt het volgende geluidsniveau:
  • Geluidsemissieniveau LPA 83 dB (A)

  • Geluidsvermogensniveau LWA 91 dB (A)

De bandenvulcompressor is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Opbergplaats TIREFIT-set

De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagageruimtebodem.

Fles bandenafdichtmiddel
Bandenvulcompressor
De informatie over de vermogensklasse (LK) en/of de elektrische gegevens vindt u aan de achterzijde van de bandenvulcompressor:
  • LK2 – 12 V/15 A, 180 W, 0,8 kg

Op een afstand van circa 1 m tot de bandenvulcompressor en circa 1,6 m boven de grond geldt het volgenhet geluidsniveau:
  • Geluidsemissieniveau LPA 83 dB (A)

  • Geluidsvermogensniveau LWA 91 dB (A)

De bandenvulcompressor is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Auto slepen met beide assen op de grond
De aanwijzingen met betrekking tot de toegestane sleepmethoden in acht nemen meer.
Controleren of de accu aangesloten en opgeladen is.
Wanneer de accu ontladen is, de volgende punten in acht nemen:
  • De motor kan niet worden gestart.

  • De elektrische parkeerrem kan niet worden uit- of ingeschakeld.

  • Auto's met automatische transmissie: De automatische transmissie kan niet in de stand of worden gezet.

Auto's met automatische transmissie: Wanneer de automatische transmissie niet in de stand kan worden gezet of het multifunctioneel display in het combi-instrument niets aangeeft, de auto vervoeren meer. Voor het transport van de auto is een sleepwagen met hefinrichting nodig.

AANWIJZING Beschadiging door te snel of te ver slepen

Door te snel of te ver slepen kan de aandrijflijn beschadigd raken.

Een sleepsnelheid van 50 km/h niet overschrijden.
Een sleepafstand van 50 km niet overschrijden.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij het slepen van een auto met een te hoog gewicht
Wanneer‑ de te slepen auto zwaarder is dan het toegestaan totaalgewicht van uw auto, kunnen de volgende situaties zich voordoen:
  • Het sleepoog breekt af.

  • De combinatie kan gaan slingeren en zelfs kantelen.

Als u een andere auto aansleept‑ of sleept, moet erop worden gelet dat het gewicht ervan niet hoger is dan het toegestaan totaalgewicht van uw auto.

Als een auto moet worden weggesleept of aangesleept, mag het toegestaan totaalgewicht daarvan het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden.

De gegevens over het toegestaan totaalgewicht van de betreffende auto vindt u op het voertuigtypeplaatje meer.
Auto's met automatische transmissie: Het bestuurders- of passagiersportier niet openen, omdat anders de automatische transmissie automatisch in de stand wordt gezet.
Het sleepoog aanbrengen meer.
De sleepkabel of -stang bevestigen.
AANWIJZING Beschadiging door verkeerde bevestiging van de sleepkabel of -stang
De sleepkabel of sleepstang alleen aan de sleepogen bevestigen.
De automatische vergrendeling uitschakelen meer.
De HOLD-functie niet activeren.
De wegsleepbeveiliging uitschakelen meer.
Het Active Brake Assist System uitschakelen meer.
Auto's met automatische transmissie: De automatische transmissie in de stand zetten.
De elektrische parkeerrem vrijzetten.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beperkte veiligheidsrelevante functies bij het slepen
Veiligheidsrelevante functies zijn in de volgende situaties beperkt of niet meer beschikbaar:
  • Het contact is uitgeschakeld.

  • Het remsysteem of de stuurbekrachtiging vertoont een storing.

  • De energievoorziening of het boordnet vertoont een storing.

Als uw auto dan wordt gesleept, kan voor het sturen en remmen aanzienlijk meer kracht nodig zijn.

Een sleepstang gebruiken.
Voor het slepen controleren of de stuurinrichting vrij kan bewegen.
AANWIJZING Beschadiging door te hoge trekkrachten

Plotseling wegrijden kan door hoge trekkrachten de auto's beschadigen.

Langzaam en niet plotseling wegrijden.