Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • B-Klasse
  • Sports Tourer
  • 10/2018
app store google play
X

Printen
Functie van de 360°-camera

De 360°-camera is een systeem dat bestaat uit vier camera's. De camera's registreren de directe omgeving van de auto. Het systeem ondersteunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij onoverzichtelijke uitritten.

De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit controleren.

Het systeem verwerkt de beelden van de volgende camera's:
  • Achteruitrijcamera

  • Frontcamera

  • Twee zijcamera's in de buitenspiegels

Weergaven van de 360°-camera
Groothoekweergave vóór
Top View met beeld van de frontcamera
Top View met beeld van de zijcamera in de buitenspiegels
Groothoekweergave achter
Top View met beeld van de achteruitrijcamera
Top View met aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)
Top View
Rijstrook bij actuele stuuruitslag
Gele waarschuwingsmelding van de PARKTRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een afstand van circa (1,0 m of minder)
Eigen auto van bovenaf
Wanneer de afstand tot een obstakel afneemt, verandert de kleur van de waarschuwingsmelding :
  • Vanaf circa 1,0 m: Geel

  • Vanaf circa 0,6 m: Oranje

  • Vanaf circa 0,3 m: Rood

Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent gereed voor gebruik is en geen objecten worden herkend, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding grijs afgebeeld.

Als het volledige systeem uitvalt, worden de segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld en verschijnt op het multifunctioneel display in het combi-instrument het symbool .

Wanneer het systeem aan de achterzijde uitvalt, verandert de weergave van de segmenten als volgt:
  • Bij het achteruitrijden worden de achterste segmenten rood weergegeven.

  • Bij het vooruitrijden worden de achterste segmenten uitgeschakeld.

Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitgeschakeld is, wordt de waarschuwingsmelding ook uitgeschakeld.

Hulplijnen
Geel rijspoor van de banden bij actuele stuuruitslag (dynamisch)
Gele hulplijnen, breedte van de auto (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk van de momentele stuuruitslag (dynamisch)
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte
Markering op een afstand van circa 1,0 m

Als de actieve parkeerassistent is ingeschakeld, worden de rijstroken groen weergegeven.

De hulplijnen op het display van het multimediasysteem geven de afstanden ten opzichte van de eigen auto aan. De afstanden gelden op rijbaanhoogte.

De hulplijnen in de aanhangwagenmodus worden ter hoogte van de aanhangwagenvoorziening afgebeeld.

Aanhangwagenweergave (auto's met aanhangwagenvoorziening)

Wanneer u de aanhangwagenweergave selecteert terwijl geen aanhangwagen aan de auto is gekoppeld, verschijnt het volgende beeld:

Gele hulplijn, richthulp
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de kogelkop van de aanhangwagenvoorziening
Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening

Wanneer de elektrische verbinding van de auto met de aanhangwagen tot stand is gebracht, wisselt het beeld naar een aanzicht van de zijcamera's.

Dit aanzicht ondersteunt bij het manoeuvreren met een aanhangwagen.

Zij-aanzicht van de buitenspiegelcamera's

In deze weergave kunnen de zijkanten van de auto worden bekeken.

Hulplijnen van de buitenmaten van de auto met uitgeklapte buitenspiegels
Markering van de punten waar de wielen de grond raken
Systeemuitval
Systeemgrenzen
De 360°-camera werkt in onder andere de volgende situaties slechts beperkt of helemaal niet:
  • De portieren zijn geopend.

  • De buitenspiegels zijn ingeklapt.

  • De achterklep is geopend.

  • Het regent hard, het sneeuwt of het is mistig.

  • De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoorbeeld 's nachts.

  • De cameralens is afgedekt, vervuild of beslagen.

  • Camera's of onderdelen van de auto waarin de camera's zijn ingebouwd, zijn beschadigd. In dit geval de camera's, hun stand en afstelling laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.

In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken. Anders kunt u anderen bij het parkeren verwonden of in botsing komen met voorwerpen.

Bij zwaar beladen auto's kunnen bij het verlaten van de standaardhoogte om technische redenen onnauwkeurigheden bij de hulplijnen en in de weergave van de berekende afbeeldingen optreden.

Door op de auto gemonteerde aanbouwdelen (bijvoorbeeld kentekenplaathouder, fietsdrager) kunnen het gezichtsveld en verdere functies van het camerasysteem worden beperkt.

Het contrast van het display kan door plotseling invallend zonlicht of andere lichtbronnen nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een garage. Wees in dat geval extra voorzichtig.

Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.

De aanwijzingen voor het reinigen van de 360°-camera in acht nemen meer.