Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQC
  • SUV
  • 03/2020
app store google play
X

Printen
Noodknipperlichten in- of uitschakelen
De toets  indrukken.
In de volgende situaties wordt het noodknipperlicht automatisch ingeschakeld:
  • De airbag werd geactiveerd.

  • De auto wordt vanaf een snelheid boven 70 km/h, hard afgeremd tot stilstand.

Als vervolgens wordt verder gereden, wordt de alarmknipperlichtinstallatie bij circa 10 km/h automatisch uitgeschakeld. U kunt de alarmknipperlichtinstallatie ook met de toets  uitschakelen.

Brandblusser uitnemen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet correct bevestigde brandblusser in de beenruimte van de bestuurder

Een brandblusser kan de slag van de pedalen beperken of een ingedrukt pedaal blokkeren.

Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveiligheid van de auto in gevaar gebracht.

De brandblusser kan gaan rondslingeren en de bestuurder of anderen inzittende verwonden.

De brandblusser altijd correct in de houder opbergen en bevestigen.
De brandblusser tijdens het rijden niet uitnemen.
Auto met linkse besturing: De lip omhoogtrekken.
De brandblusser uitnemen.
Veiligheidsvest uitnemen

De veiligheidsvesten bevinden zich in de portieropbergvakken van het bestuurders- en passagiersportier.

Uitnemen:
Het veiligheidsvestfoedraal aan de lus eruit trekken.
Het veiligheidsvestfoedraal openen en het veiligheidsvest eruit nemen.

In de portieropbergvakken van de achterportieren zijn eveneens veiligheidsvestvakken aangebracht waarin veiligheidsvesten kunnen worden opgeborgen.

Maximum aantal wasbeurten
Maximale wastemperatuur
Niet bleken
Niet strijken
Geen wasdroger gebruiken
Niet chemisch reinigen
Veiligheidsvest klasse 2

Alleen als het veiligheidsvest de juiste maat heeft en volledig gesloten is kan aan de in de wettelijke norm vastgelegde eisen worden voldaan.

Het veiligheidsvest in de volgende gevallen vervangen:
  • De reflecterende strepen zijn beschadigd of vervuild.

  • Het is te vaak gewassen.

  • De fluorescerende eigenschappen nemen af.

Gevarendriehoek uitnemen
De gevarendriehoek bevindt zich in de laadruimte onder de laadruimtebodem.
Overzicht EHBO-set

De EHBO-set bevindt zich links in de bagageruimte in het opbergnet.

QR-codes voor reddingskaart

In de contactdoosklep en aan de tegenovergestelde zijde op de B-stijl zijn QR-codes bevestigd. Bij een ongeval kunnen reddingsdiensten met behulp van de QR-codes snel de overeenkomstige reddingskaart voor de auto bepalen. De actuele reddingskaart bevat in compacte vorm de belangrijkste informatie over de auto, bijvoorbeeld de ligging van de elektrische bedrading.

Meer informatie vindt u op Homepage Mercedes-Benz - Reddingskaart.

Starthulp en 12V‑-accu opladen
De starthulp alleen laten uitvoeren bij een gekwalificeerde werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
De accu alleen laten opladen bij een gekwalificeerde werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Aanwijzingen met betrekking tot elektrische zekeringen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel door overbelaste bedrading

Wanneer een defecte zekering wordt gemanipuleerd, overbrugd of door een zekering met een hoger amperage wordt vervangen, kan de elektrische bedrading overbelast worden.

Hierdoor kan brand ontstaan.

Defecte zekeringen altijd door gespecificeerde nieuwe zekeringen met het correcte amperage vervangen.
AANWIJZING Beschadiging door verkeerde zekeringen

Door verkeerde zekeringen kunnen elektrische componenten of systemen worden beschadigd of aanzienlijk beperkt worden in hun werking.

Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven zekeringen met het aangegeven amperage gebruiken.

Doorgebrande zekeringen moeten worden vervangen door gelijkwaardige zekeringen, herkenbaar aan de kleur en de ampèrewaarde. De ampèrewaarden en verdere in acht te nemen informatie is te vinden in het zekeringaansluitschema.

Zekeringaansluitschema: Op de zekeringenkast in de bagageruimte meer.

AANWIJZING Beschadiging of functiestoring door vochtigheid

Door vochtigheid kunnen functiestoringen of beschadigingen aan de elektrische installatie ontstaan.

Bij een geopende zekeringenkast erop letten dat geen vochtigheid in de zekeringenkasten kan binnendringen.
Bij het sluiten van de zekeringenkast erop letten dat de afdichting van het deksel correct op de zekeringenkast is aangebracht.

Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuw doorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en verhelpen bij een gekwalificeerde werkplaats.

Voor het vervangen van zekeringen het volgende controleren:
  • De auto is beveiligd tegen wegrollen.

  • Alle elektrische verbruikers zijn uitgeschakeld.

  • Het contact is uitgeschakeld.

De elektrische zekeringen zijn over verschillende zekeringenkasten verdeeld:
  • Zekeringenkast in de motorruimte aan bestuurderszijde meer

  • Zekeringenkast in de cockpit aan bestuurderszijde meer

  • Zekeringenkast in de beenruimte van de passagier meer

  • Zekeringenkast in de bagageruimte in rijrichting rechts meer

Aanwijzingen met betrekking tot bandenpech
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door drukloze banden

Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigenschappen van de auto.

Niet met drukloze band rijden.
De drukloze band vervangen door het reservewiel of contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto hebt u in geval van bandenpech over de volgende mogelijkheden:
  • Auto's met Mercedes me connect: U kunt in geval van pech een pechoproep starten met het bedieningspaneel dakconsole meer.

  • Alle auto's: Het wiel vervangen meer.

Een noodwiel is alleen in bepaalde landen verkrijgbaar.

Overzicht wielwisselgereedschap

Afgezien van enkele landspecifieke varianten zijn de auto's niet uitgerust met wielwisselgereedschap. Informeer bij een gekwalificeerde werkplaats, welk wielwisselgereedschap voor het verwisselen van een wiel van de auto nodig en goedgekeurd is.

Voor het verwisselen van een wiel zijn bijvoorbeeld de volgende gereedschappen nodig:
  • Krik

  • Wielkeg

  • Wielsleutel

  • Centreerpen

De krik heeft een gewicht van circa 3,4 kg.

Het maximumdraagvermogen van de krik vindt u op de sticker op de krik.

De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Het wielwisselgereedschap bevindt zich onder de bagageruimtebodem.

Krik
Ratel voor krik
Uitklapbare wielkeg
Wielsleutel
Centreerpen
Dopsleutel voor ratel
Uitklapbare wielkeg opzetten
Uitklapbare wielkeg opzetten
Opbergplaats TIREFIT-set

De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagageruimtebodem.

Bandenvulcompressor
Fles bandenafdichtmiddel
De informatie over de vermogensklasse (LK) en/of de elektrische gegevens vindt u aan de achterzijde van de bandenvulcompressor:
  • LK2 – 12 V/15 A, 180 W, 0,8 kg

Op een afstand van circa 1 m tot de bandenvulcompressor en circa 1,6 m boven de grond geldt het volgende geluidsniveau:
  • Geluidsemissieniveau LPA 83 dB (A)

  • Geluidsvermogensniveau LWA 91 dB (A)

De bandenvulcompressor is onderhoudsvrij. Bij een storing in de werking contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Auto slepen met beide assen op de grond
De aanwijzingen met betrekking tot de toegestane sleepmethoden in acht nemen meer.
Controleren of de 12V-accu aangesloten en opgeladen is.
Wanneer de accu ontladen is, de volgende punten in acht nemen:
  • Het aandrijfsysteem kan niet worden gestart.

  • De elektrische parkeerrem kan niet worden uit- of ingeschakeld.

  • De transmissie kan niet in de stand of worden gezet.

Alleen in de volgende gevallen is transport toegestaan:
  • Wanneer de transmissie niet in de stand kan worden gezet.

  • Wanneer het multifunctioneel display in het combi-instrument is uitgevallen.

  • Indien de displaymelding Wegslepen verboden Zie handleiding weergegeven wordt.

De auto vervoeren meer.

Voor het transport van de auto is een sleepwagen met hefinrichting nodig.

AANWIJZING Beschadiging door te snel of te ver slepen

Door te snel of te ver slepen kan de aandrijflijn beschadigd raken.

Een sleepsnelheid van 50 km/h niet overschrijden.
Een sleepafstand van 50 km niet overschrijden.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij het slepen van een auto met een te hoog gewicht
Als een auto moet worden weggesleept of aangesleept, mag het toegestaan totaalgewicht daarvan het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden, anders kunnen zich de volgende situaties voordoen:
  • Het sleepoog breekt af.

  • De combinatie kan gaan slingeren en zelfs kantelen.

Als een auto moet worden weggesleept of aangesleept, mag het toegestaan totaalgewicht daarvan het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden.

Als een auto moet worden weggesleept of aangesleept, mag het toegestaan totaalgewicht daarvan het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden.

De gegevens over het toegestaan totaalgewicht van de betreffende auto vindt u op het voertuigtypeplaatje meer.
Het bestuurders- of passagiersportier niet openen, omdat anders de transmissie automatisch in de stand wordt gezet.
Het sleepoog aanbrengen meer.
De sleepkabel of -stang bevestigen.
AANWIJZING Beschadiging door verkeerde bevestiging van de sleepkabel of -stang
De sleepkabel of sleepstang alleen aan de sleepogen bevestigen.
De automatische vergrendeling uitschakelen meer.
De HOLD-functie niet activeren.
De wegsleepbeveiliging uitschakelen meer.
Het Active Brake Assist System uitschakelen meer.
De transmissie in de stand zetten.
De elektrische parkeerrem vrijzetten.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beperkte veiligheidsrelevante functies bij het slepen
Veiligheidsrelevante functies zijn in de volgende situaties beperkt of niet meer beschikbaar:
  • Het contact is uitgeschakeld.

  • Het remsysteem of de stuurbekrachtiging vertoont een storing.

  • De energievoorziening of het boordnet vertoont een storing.

Als uw auto dan wordt gesleept, kan voor het sturen en remmen aanzienlijk meer kracht nodig zijn.

Een sleepstang gebruiken.
Voor het slepen controleren of de stuurinrichting vrij kan bewegen.
AANWIJZING Beschadiging door te hoge trekkrachten

Plotseling wegrijden kan door hoge trekkrachten de auto's beschadigen.

Langzaam en niet plotseling wegrijden.