Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • EQC
  • SUV
  • 03/2020
app store google play
X

Printen
Werking van de DYNAMIC SELECT-schakelaar

De beschikbaarheid van het rijprogramma is landsafhankelijk.

Met de DYNAMIC SELECT-schakelaar kunt u wisselen tussen de volgende rijprogramma's meer.

Afhankelijk van het geselecteerde rijprogramma worden de volgende eigenschappen van de auto gewijzigd:
  • Aandrijving

  • Onderstel

  • Stuurinrichting

  • ESP®

  • Drukpunt in het haptisch gaspedaal

In de rijprogramma's en wordt een extra drukpunt in het haptische gaspedaal geactiveerd.

  • 1e drukpunt: Bij circa 50 % pedaalslag (alleen in en )

  • 2e drukpunt: Overgang naar de kickdown (altijd beschikbaar)

Beschikbare rijprogramma's
(Individueel)
  • De volgende eigenschappen van de auto zijn individueel instelbaar:

    • Aandrijving

    • Onderstel

    • Stuurinrichting

(Sport)
  • Maximaal beschikbaar vermogen

  • Sportief en dynamisch rijgedrag

(Comfort)
  • Comfortabel rijgedrag

  • Beste compromis tussen efficiëntie en prestaties voor alle rijsituaties

(Eco)
  • Efficiënt en zuinig rijgedrag

  • Het 1e drukpunt in het haptische gaspedaal geeft een efficiënte, zuinige rijstijl aan

  • Wanneer de route-optie Electric Intelligence is ingeschakeld en de routebegeleiding actief is, geeft een bestemmingsvlag in de snelheidsmeter de door de actieve actieradiusbewaking geadviseerde maximumsnelheid aan . De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het in acht nemen hiervan, om het volgende ingeplande laadstation te bereiken meer.

(MaxRange)
  • Maximale actieradius en verbruiksoptimalisatie

  • Zeer efficiënte deceleratie en in maximaal efficiënte recuperatie

  • Het 1e drukpunt in het haptisch gaspedaal:

    • begrenst de snelheid automatisch tot de door de verkeerstekenassistent herkende toegestane maximumsnelheid

    • begrenst de snelheid tot de door de actieve actieradiusbewaking geadviseerde maximumsnelheid, wanneer de route-optie Electric Intelligence is ingeschakeld en de routebegeleiding actief is, om het volgende ingeplande laadstation te bereiken meer.

Wanneer de verkeerstekenassistent geen toegestane maximumsnelheid herkent en de actieradiusbewaking niet actief is, wordt de laatst ingestelde maximumsnelheid als snelheidsbegrenzing gebruikt. De maximale snelheidsbegrenzing door het 1e drukpunt is 140 km/h.

De snelheidsbegrenzing door het 1e drukpunt wordt in de snelheidsmeter weergegeven. De segmenten tussen de actueel gereden snelheid en de snelheidsbegrenzing branden groen. In verband met de efficiëntie worden geringe afwijkingen tussen de actueel gereden snelheid en de snelheidsbegrenzing toegestaan.

Wanneer u het gaspedaal tot voorbij het 1e drukpunt indrukt, wordt de snelheidsbegrenzing opgeheven. De groene segmenten in de snelheidsmeter worden uitgeschakeld. Wanneer het gaspedaal zich weer voor het 1e drukpunt bevindt, wordt de snelheidsbegrenzing opnieuw geactiveerd en wordt er op die manier voor gezorgd dat de toegestane maximumsnelheid weer wordt aangehouden.

Wanneer een voorligger wordt herkend, wordt de snelheid gereduceerd, om de voorligger met aangepaste snelheid te volgen.

Wanneer de auto een verkeerssituatie herkent waarvoor een vertraging nodig is, wordt de auto niet verder aangedreven en rolt deze uit. Wanneer de auto moet vertragen moet u het gaspedaal loslaten. Hoe sterk de auto bij het loslaten van het gaspedaal automatisch vertraagt is afhankelijk van de ingestelde recuperatiefase meer. In wordt automatisch actief vertraagt op voorliggers, verkeersborden, rotondes en bochten. In alle andere recuperatiefases wordt een vast gedefinieerd uitrolkoppel ingesteld. Indien de situatie het vereist moet u onafhankelijk van de gekozen recuperatiefase bovendien het rempedaal bedienen.

Wanneer u in het rijprogramma de actieve afstandsassistent DISTRONIC of de TEMPOMAT activeert, wordt de snelheidsbegrenzing door het 1e drukpunt gedeactiveerd. Wanneer u de functie weer deactiveert, wordt de snelheidsbegrenzing door het drukpunt weer ingeschakeld.

Wanneer u in het rijprogramma bovendien de limiter activeert, wordt de snelheid zowel door als door de limiter begrensd:
  • Wanneer de door de limiter opgeslagen snelheid hoger is dan de snelheidsbegrenzing van , dan accelereert de auto tot de door de limiter opgeslagen snelheid als u het gaspedaal tot voorbij het 1e drukpunt indrukt. Wanneer u het gaspedaal tot voorbij het 2e drukpunt indrukt (kickdown), dan accelereert de auto verder zonder begrenzing.

  • Wanneer de door de limiter opgeslagen snelheid lager dan of gelijk aan de snelheidsbegrenzing van is, dan wordt de snelheid zowel door het 1e drukpunt als door het 2e drukpunt tot de door de limiter opgeslagen snelheid begrensd. Wanneer u het gaspedaal tot voorbij het 2e drukpunt indrukt (kickdown), dan accelereert de auto verder zonder begrenzing.

De functies van het rijprogramma zijn slechts hulpmiddelen. De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een voldoende veilige afstand, de snelheid en het tijdig remmen.

De functie van het rijprogramma kan in de volgende situaties beperkt zijn:
  • Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvoldoende verlichting van de weg, bij sterk wisselende schaduwen of door sneeuw, regen, mist of veel spatwater.

  • Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetkomend verkeer, directe zonnestraling of reflecties.

  • Bij vervuiling van de voorruit in het gebied van de multifunctionele camera of als de camera beslagen, beschadigd of afgedekt is.

  • Als de verkeerstekens slecht herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door verontreiniging, afdekking, sneeuw of onvoldoende verlichting.

  • Bij vervuilde, afgedekte of beschadigde radarsensoren meer.