Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Voorstoel mechanisch instellen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen door kinderen

Wanneer kinderen de stoelen instellen, kunnen zij bekneld raken, in het bijzonder wanneer ze zonder toezicht zijn.

Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergrendelen.
Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door voertuiginstellingen tijdens het rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situaties de controle over de auto verliezen:
  • Wanneer tijdens het rijden de bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel of de spiegels worden ingesteld.

  • Wanneer tijdens het rijden de veiligheidsgordel wordt omgegespt.

Voordat de motor wordt gestart: De bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel en de spiegels instellen en de veiligheidsgordel omgespen.
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk dat uzelf of andere inzittenden bekneld raken, bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.

Bij het instellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde bestuurdersstoel

De bestuurdersstoel kan tijdens het rijden onverwacht bewegen.

Daardoor kunt u de controle over de auto verliezen.

De bestuurdersstoel moet altijd vergrendeld zijn voordat de auto wordt gestart; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door te geringe afstand tussen voorstoel en cockpit

De frontairbags kunnen de inzittenden voorin extra verwonden.

De voorstoelen altijd zo instellen dat deze zo ver mogelijk van de frontairbag verwijderd zijn.
Bovendien de aanwijzingen met betrekking tot de correcte instelling van de stoelen in acht nemen.
WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar door verkeerde zitpositie

Als de rugleuning niet nagenoeg rechtop staat, biedt de veiligheidsgordel niet meer de bedoelde beschermende werking.

U kunt onder de veiligheidsgordel doorglijden en daarbij letsel oplopen.

De stoel voor aanvang van de rit correct instellen.
Altijd erop letten dat de rugleuning bijna rechtop staat en dat de schoudergordel over het midden van de schouder loopt.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet aangebrachte of verkeerd ingestelde hoofdsteunen

Als hoofdsteunen niet zijn ingebouwd of niet correct zijn ingesteld is er een verhoogd risico op letsel aan het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre!

Altijd met gemonteerde hoofdsteunen rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende controleren, of het midden van de hoofdsteun het achterhoofd op ooghoogte ondersteunt.
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete versterker onder de chauffeursstoel

Voertuigen met versterker onder de chauffeursstoel:

De versterker kan tijdens de werking zeer heet worden.

Als u de versterker aanraakt, kunt u zich branden.

Niet onder de chauffeursstoel grijpen.
De chauffeursstoel voorzichtig instellen.
AANWIJZING Schade aan de stoelen en de stoelverwarming door vloeistoffen, scherpe voorwerpen of isolerende materialen

Om schade aan de stoelen en de stoelverwarming te vermijden, de volgende aanwijzingen in acht nemen:

Geen vloeistoffen op de stoelen morsen. Wanneer toch iets op de stoelen wordt gemorst, de stoelen zo snel mogelijk drogen.
Wanneer de stoelbekledingen vochtig of nat zijn, de stoelverwarming niet inschakelen. De stoelverwarming niet gebruiken om de stoelen te drogen.
De stoelen zoals aanbevolen reinigen, zie hoofdstuk "Reiniging en verzorging".
Geen zware lasten op de stoelen vervoeren. Geen scherpe voorwerpen, zoals messen, spijkers of gereedschap, op de stoelen leggen. De stoelen zo mogelijk alleen voor personen gebruiken.
De stoelen bij het gebruiken van de stoelverwarming niet met isolerende materialen afdekken, bijvoorbeeld dekens, jassen, tassen, beschermhoezen, kinderzitjes of stoelverhogingen.
Stoellengterichting instellen
Instelling stoellengterichting
Instelling zittinghoek
Instelling zithoogte
Instelling rugleuning
De hendel omhoogtrekken en de stoel naar voren of naar achteren schuiven, tot de gewenste positie is bereikt.
De hendel loslaten en de stoel naar voren of naar achteren schuiven, tot de gewenste positie is bereikt.

Bij draaibare voorstoelen dient de hendel op plaats voor het ontgrendelen van de draaistoel. De bedieningshendel voor de stoellengterichting is dan als beugel vóór de stoel uitgevoerd meer.

Zithoogte instellen
Zo vaak op de hendel drukken of hieraan trekken, tot de gewenste zithoogte is bereikt.
Rugleuning instellen
De draaiknop naar voren draaien.

De rugleuning komt omhoog.

De draaiknop naar achteren draaien.

De rugleuning kantelt naar achteren.

Zittinghoek instellen
De draaiknop naar voren draaien.

Het zitvlak kantelt aan de voorzijde omlaag.

De draaiknop naar achteren draaien.

Het zitvlak kantelt aan de voorzijde omhoog.