Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Risico herkennen, gevaar vermijden
Bevestigingssystemen voor kinderzitjesbevestigingssystemen in het voertuig
Alleen de volgende bevestigingssystemen voor kinderzitjesbevestigingssystemen gebruiken:
  • de ISOFIX-bevestigingsbeugels

  • het veiligheidsgordelsysteem van het voertuig

  • de Top Tether-verankeringen

Bij voorkeur een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem monteren.

De eenvoudige montage aan de bevestigingsbeugels van het voertuig kan het risico van een verkeerd gemonteerd kinderzitjesbevestigingssysteem reduceren.

Als het kind met de geïntegreerde veiligheidsgordel van het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem beveiligd is, beslist het gewicht van het kind en het toegestaan totaalgewicht van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen meer.

Voordeel van een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem

Een baby of een klein kind bij voorkeur in een geschikt naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem vervoeren. Het kind zit in dit geval tegengesteld aan de rijrichting en kijkt naar achteren.

Baby's en kleine kinderen hebben relatief zwakke nekspieren in verhouding tot de grootte en het gewicht van hun hoofd. In een naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem kan het gevaar voor letsel aan de nekwervelkolom bij een ongeval worden gereduceerd.

Kinderzitjesbevestigingssysteem altijd correct bevestigen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde montage van het kinderzitjesbevestigingssysteem

Het kind kan niet zoals bedoeld worden beveiligd of worden tegengehouden.

Beslist de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem en de gebruiksmogelijkheden in acht nemen.
Het gehele draagvlak van het kinderzitjesbevestigingssysteem moet op de zitting rusten; dit controleren.
Nooit voorwerpen onder of achter het kinderzitjesbevestigingssysteem leggen, zoals een kussen.
Kinderzitjesbevestigingssystemen alleen met de bijgeleverde originele hoezen gebruiken.
Beschadigde hoezen alleen door originele hoezen vervangen.
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door niet-vastgezette kinderzitjesbevestigingssystemen in de auto

Als het kinderzitjesbevestigingssysteem verkeerd gemonteerd of niet vastgezet is, kan het loskomen.

Het kinderzitjesbevestigingssysteem kan rondslingeren en inzittenden raken.

Ook niet gebruikte kinderzitjesbevestigingssystemen altijd correct monteren.
Beslist de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.
  • Altijd de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem en de voertuigspecifieke aanwijzingen in acht nemen:

    • ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem op de zitplaats achterin inbouwen meer.

    • Kinderzitjesbevestigingssysteem met de veiligheidsgordel op de zitplaats achterin bevestigen meer.

    • Kinderzitjesbevestigingssysteem met de veiligheidsgordel op de bijrijdersstoel bevestigen meer. De specifieke aanwijzingen met betrekking tot naar achteren en naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen in acht nemen meer.

      Bij een bezette bijrijdersstoel voor en ook tijdens het rijden en afhankelijk van de situatie de correcte status van de bijrijdersairbag controleren meer.

  • De waarschuwingsstickers in het interieur van het voertuig en op het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht nemen.

  • Indien aanwezig, Top Tether tevens bevestigen.

Kinderzitjesbevestigingssysteem niet veranderen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door veranderingen aan het kinderzitjesbevestigingssysteem

Het kinderzitjesbevestigingssysteem kan niet meer naar behoren werken. Er bestaat verhoogd gevaar voor letsel!

Nooit een kinderzitjesbevestigingssysteem veranderen.
Alleen accessoires aanbrengen die de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem specifiek voor dit kinderzitjesbevestigingssysteem heeft goedgekeurd.

Mercedes-Benz adviseert u voor het reinigen van de door Mercedes-Benz geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen Mercedes-Benz-verzorgingsmiddelen te gebruiken.

Alleen intacte kinderzitjesbevestigingssystemen gebruiken
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door het gebruik van beschadigde kinderzitjesbevestigingssystemen

Beschadigde of bij een ongeval belaste kinderzitjesbevestigingssystemen of hun bevestigingssystemen kunnen niet meer zoals bedoeld beschermen.

Het kind wordt mogelijk niet tegengehouden.

Beschadigde of bij een ongeval belaste kinderzitjesbevestigingssystemen direct vervangen.
De bevestigingssystemen van de kinderzitjesbevestigingssystemen direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren, voordat weer een kinderzitjesbevestigingssysteem wordt gemonteerd.
Directe zonnestraling vermijden
WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door directe zonnestraling op het kinderzitje

Wanneer het kinderzitjesbevestigingssysteem aan directe zonnestraling wordt blootgesteld, kunnen delen hiervan zeer heet worden.

Kinderen kunnen zich branden aan deze delen, in het bijzonder aan metalen delen van het kinderzitjesbevestigingssysteem.

Altijd erop letten dat het kinderzitjesbevestigingssysteem niet aan directe zonnestraling wordt blootgesteld.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem beschermen, bijvoorbeeld met een deken.
Voordat het kind hierin wordt beveiligd het kinderzitjesbevestigingssysteem laten afkoelen als het aan directe zonnestraling is blootgesteld geweest.
Kinderen nooit zonder toezicht in het voertuig laten.
Bij het stoppen of parkeren in acht nemen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen en letsel als kinderen zonder toezicht in het voertuig worden achtergelaten
Wanneer kinderen zonder toezicht in het voertuig achterblijven, kunnen zij met name:
  • Portieren openen en daardoor andere personen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.

  • Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen.

  • Uitrustingen van het voertuig bedienen en bijvoorbeeld bekneld raken.

Bovendien kunnen kinderen het voertuig in beweging zetten, door bijvoorbeeld:
  • De parkeerrem vrij te zetten.

  • De transmissiestand te wijzigen.

  • Het voertuig te starten.

Kinderen nooit zonder toezicht in het voertuig laten.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de sleutel meenemen en het voertuig vergrendelen.
De sleutel buiten bereik van kinderen bewaren.