Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete gassen of andere ontsnappende bedrijfsstoffen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.
Motorkap
Oliepeilstaaf
Afsluitdop vulopening motorolie
Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir
Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir
De motorolie raakt tijdens het gebruik vervuild en verliest aan kwaliteit en geleidelijk ook aan volume. Het oliepeil regelmatig controleren en olie bijvullen of indien nodig laten verversen.
Regelmatig de vloeistofpeilen en de aggregaten op dichtheid controleren. Wanneer u een vloeistoflekkage vermoedt, bijvoorbeeld bij olievlekken op de parkeerplek, zo snel mogelijk contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
eruit trekken. afvegen met een niet-pluizende doek. weer tot de aanslag in de geleidepijp steken en opnieuw eruit trekken. Als het peil tussen de MIN-markering 
en de MAX-markering 
staat, is het oliepeil in orde.
of daaronder is gedaald, de afsluitdop 
openen en motorolie bijvullen meer. en is afhankelijk van de motor: Dieselmotoren met achterwielaandrijving circa 2 l
Benzinemotoren circa 1,5 l