Mercedes-Benz

Printen

Aanwijzingen met betrekking tot de brandstofkwaliteit voor voertuigen met dieselmotor

Algemene aanwijzingen

De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemen meer.

WAARSCHUWING Brandgevaar door brandstofmengsel

Wanneer diesel met benzine wordt gemengd, is het vlampunt van het brandstofmengsel lager dan bij pure diesel.

Nooit benzine tanken bij een dieselmotor.

Nooit benzine aan de diesel bijmengen.

AANWIJZING Beschadiging door verkeerde brandstof

Al een kleine hoeveelheid verkeerde brandstof kan tot schade aan het brandstofsysteem, de motor en het uitlaatgasreinigingssysteem leiden.

Alleen zwavelvrije diesel tanken die voldoet aan de Europese norm EN 590 of gelijkwaardig hieraan is. In landen zonder zwavelvrije diesel alleen zwavelarme diesel met een zwavelgehalte van minder dan 50 ppm tanken.

In geen geval het volgende tanken:

benzine
marinediesel
huisbrandolie
pure biodiesel of plantaardige olie
petroleum of kerosine

Indien u per ongeluk de verkeerde brandstof hebt getankt:

Het contact niet inschakelen.

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

AANWIJZING Storingen door verontreinigde brandstof

Verontreinigingen in de brandstof kunnen voor storingen aan het brandstofsysteem zorgen.

Bij het tanken uit vaten of jerrycans moet de brandstof voor het vullen worden gefilterd.

Overeenkomstig de Europese norm EN 16942 vindt u het compatibiliteitskenmerk voor brandstof op de volgende plaatsen:

op het informatieplaatje in de tankdopklep van het voertuig
in heel Europa op de voor uw voertuig geschikte pompzuilen van het tankstation of het vulpistool

Voor diesel met maximaal 7 vol.-% Biodiesel (vetzuurmethylester)

Voor paraffinische diesel

Voor XTL geschikte voertuigen

Als alternatief kunt u eveneens paraffinische diesel tanken (bijvoorbeeld HVO=gehydrateerde plantaardige olie, GTL=Gas-To-Liquid), die aan de Europese norm EN 15940 voldoet. Paraffinische diesel wordt met het verzamelbegrip XTL aangeduid.

Paraffinische diesel volgens EN 15940 alleen tanken als het betreffende compatibiliteitskenmerk in uw tankdopklep aanwezig is.

B10- vetzuurmethylester

Mercedes-Benz geeft het gebruik van B10-vetzuurmethylester (zwavelarme diesel met maximaal 10 volumeprocent vetzuurmethylester) voor alle voertuigen met Euro 5-dieselmotoren met Common Rail Direct inspuiting (CDI) vrij.

De goedgekeurde vetzuurmethylester mag alleen worden getankt als het aandeel vetzuurmethylester aan de ASTM-standaard D6751 voldoet. Bovendien moet deze over de noodzakelijke oxidatiestabiliteit van ten minste 6 h beschikken, overeenkomstig de norm EN 14112. Het zwavelgehalte van de diesel mag hierbij niet de hierboven aangegeven grenswaarden overschrijden. Alleen goedgekeurde vetzuurmethylester met dezelfde brandstofkwaliteit voorkomt schade door afzettingen en/of corrosie.

Pure vetzuurmethylester en diesel met een hoger percentage vetzuurmethylester, bijvoorbeeld B20, kunnen het brandstofsysteem en de motor beschadigen.

Het keurmerk van de vetzuurmethylester op de pompzuil van het tankstation moet duidelijk aangeven dat deze aan de standaard voor zwavelarme diesel voldoet. Als dit niet het geval is, niet tanken.

Zwavelgehalte

AANWIJZING Beschadiging van het uitlaatgasreinigingssysteem bij voertuigen met dieselpartikelfilter

Als diesel met een te hoog zwavelgehalte wordt getankt, kan het uitlaatgasreinigingssysteem beschadigd worden.

In landen zonder zwavelvrije diesel alleen zwavelarme diesel tanken met een zwavelgehalte van minder dan 50 ppm.

Voertuigen zonder dieselpartikelfilter: In landen waar diesel met een hoger zwavelgehalte wordt geleverd, wordt het verversen van de motorolie van het voertuig met kortere intervallen uitgevoerd. Meer informatie over het olieverversingsinterval is verkrijgbaar bij elke gekwalificeerde werkplaats.

Meer informatie over actuele landspecifieke brandstofzwavelgehaltes vindt u op de volgende plaatsen:

bij elke Mercedes-Benz-servicewerkplaats
op internet MB BeVo-ONLINE onder opgave van het bladnummer 136.2

Aanwijzingen met betrekking tot lage buitentemperaturen

Indien mogelijk aan het begin van de winter een volle tank winterdiesel tanken.

Voor de omschakeling naar winterdiesel moet de brandstoftank zo leeg mogelijk zijn. Het brandstofpeil bij het eerste keer tanken met winterdiesel zo laag mogelijk houden, bijvoorbeeld reserve. De volgende keer kan weer normaal worden getankt.

Meer informatie over de brandstof vindt u op de volgende plaatsen:

Bij een tankstation
Bij een gekwalificeerde werkplaats