Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • Sprinter
  • Bestelwagen
  • 12/2020
app store google play
X

Printen
Voertuig slepen met beide assen op de grond
De aanwijzingen met betrekking tot de toegestane sleepmethoden in acht nemen meer.
De accu moet aangesloten en opgeladen zijn; dit controleren.
Als de accu ontladen is, heeft dit de volgende gevolgen:
  • De motor start niet.

  • De elektrische parkeerrem kan niet worden vrijgezet of bediend.

  • Voertuigen met automatische transmissie: De automatische transmissie kan niet in de stand of worden gezet.

AANWIJZING Schade door duwen van het voertuig

Wanneer een voertuig met voorwielaandrijving en automatische transmissie, als de motor is uitgeschakeld, te ver en te snel wordt geduwd, kan het beschadigd raken.

Het voertuig niet verder dan 15 m stapvoets duwen.
AANWIJZING Beschadiging door te snel of te ver slepen

Door te snel of te ver slepen kan de aandrijflijn beschadigd raken.

Een sleepsnelheid van 50 km/h niet overschrijden.
Een sleepafstand van 50 km niet overschrijden.

Voertuigen met automatische transmissie en achterwielaandrijving: Bij storingen kan de automatische transmissie in de stand geblokkeerd zijn.

Als de automatische transmissie niet in de stand kan worden gezet, het voertuig vervoeren meer. Voor het transport van het voertuig is een sleepwagen met hefinrichting nodig.

Voertuigen met automatische transmissie en voorwielaandrijving: Bij storingen kan de automatische transmissie in de stand geblokkeerd zijn. U kunt de parkeervergrendeling mechanisch opheffen meer.

Als de automatische transmissie niet in de stand kan worden gezet, het voertuig vervoeren meer. Voor het transport van het voertuig is een sleepwagen met hefinrichting nodig.

WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij het slepen van een voertuig met een te hoog gewicht
Wanneer‑ het te slepen voertuig zwaarder is dan het toegestaan totaalgewicht van uw voertuig, kunnen de volgende situaties zich voordoen:
  • Het sleepoog breekt af.

  • De combinatie kan gaan slingeren en zelfs kantelen.

Vóór het aan- of afslepen controleren of het voertuig dat moet worden aan- of afgesleept zwaarder is dan het toegestaan totaalgewicht.

Als een voertuig wordt weggesleept of aangesleept, mag het gewicht het toegestaan totaalgewicht van het trekkende voertuig niet overschrijden.

Gegevens over het toegestaan totaalgewicht van het betreffende voertuig vindt u op het voertuigtypeplaatje meer.
Voertuigen met automatische transmissie:
De chauffeurs- of bijrijdersdeur niet openen. Anders schakelt de automatische transmissie automatisch in de stand .
Het sleepoog aanbrengen meer.
De sleepkabel of -stang bevestigen.
AANWIJZING Beschadiging door verkeerde bevestiging van de sleepkabel of -stang
De sleepkabel of sleepstang alleen aan de sleepogen bevestigen.

De sleepkabel of -stang kan ook aan de aanhangwagenvoorziening worden bevestigd.

AANWIJZING Gevaar voor beschadiging en ongevallen bij het slepen met een sleepkabel

Wanneer de beschermende maatregelen en de veiligheidsmaatregelen bij het slepen met een sleepkabel niet in acht worden genomen, bestaat het gevaar voor ongevallen.

Bij het slepen met een sleepkabel de volgende punten in acht nemen:

De sleepkabel bij beide voertuigen indien mogelijk aan dezelfde zijde van het voertuig bevestigen.
De sleepkabel mag niet langer zijn dan de wettelijk voorgeschreven lengte.
De sleepkabel in het midden markeren, bijvoorbeeld met een witte lap (30 x 30 cm). Daardoor herkennen andere verkeersdeelnemers de sleepsituatie.
Tijdens het rijden de remlichten van de motorwagen in de gaten houden. Houd de sleepkabel altijd gespannen door voldoende afstand te bewaren.
Voor het slepen geen staalkabel of ketting gebruiken. Anders kan het voertuig worden beschadigd.
De automatische vergrendeling uitschakelen meer.
De HOLD-functie niet activeren.
De wegsleepbeveiliging uitschakelen meer.
Het Active Brake Assist System uitschakelen meer.
Voertuigen met automatische transmissie:
De automatische transmissie in de stand zetten.
Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak:
De neutraalstand inschakelen.
De parkeerrem vrij te zetten.
Voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak:
Het contact inschakelen. Anders blokkeert het stuurslot.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beperkte veiligheidsrelevante functies bij het slepen
Veiligheidsrelevante functies zijn in de volgende situaties beperkt of niet meer beschikbaar:
  • Het contact is uitgeschakeld.

  • Het remsysteem of de stuurbekrachtiging vertoont een storing.

  • De energievoorziening of het boordnet vertoont een storing.

Als uw auto dan wordt gesleept, kan voor het sturen en remmen aanzienlijk meer kracht nodig zijn.

Een sleepstang gebruiken.
Voor het slepen controleren of de stuurinrichting vrij kan bewegen.
AANWIJZING Beschadiging door te hoge trekkrachten

Plotseling wegrijden kan door hoge trekkrachten de auto's beschadigen.

Langzaam en niet plotseling wegrijden.