Verlichting, ruitenwissers en klimaatregeling bedienen
Linker parkeerlicht
Rechter parkeerlicht
Standlicht, kentekenplaat- en dashboardverlichting
Automatisch rijlicht/dagrijlicht (aanbevolen stand van de verlichtingsschakelaar)
Dimlicht en grootlicht
Mistlicht in- en uitschakelen
Mistachterlicht in- of uitschakelen
Elektrische parkeerremAANWIJZING Accu-ontlading door standlicht
Als het standlicht gedurende meerdere uren ingeschakeld blijft, wordt de accu belast.
Indien mogelijk het rechter of het linker parkeerlicht inschakelen.
of het linker parkeerlicht inschakelen. De verlichtingsschakelaar in de gewenste stand draaien.
Grootlicht inschakelen
Knipperlichten rechts inschakelen
Lichtsignaal bedienen
Knipperlichten links inschakelenGrootlicht uitschakelen:
De combischakelaar naar voren drukken. 
Eenmaal wissen/wissen met ruitensproeiervloeistof
Ruitenwissers uit
Intervalwissen normaal
Intervalwissen frequent 
Continu wissen, langzaam
Continu wissen, snel De combischakelaar naar de betreffende stand - draaien.
- draaien. 
Verwarming
Verwarming achterin in- of uitschakelen
Achterruitverwarming in- of uitschakelen
Luchtverdeling beenruimte in- of uitschakelen 
Voorruit ontwasemen
De standverwarming in- of uitschakelen 
De voorruitverwarming in- of uitschakelen
Luchthoeveelheid instellenDe instelling uitvoeren.
TEMPMATIC
Temperatuur instellen
Luchthoeveelheid instellen 
Voorruitverwarming in- of uitschakelen inschakelen resp. uitschakelen van de standverwarming of het extra verwarmingssysteem Inschakelen resp. uitschakelen van de achterruitverwarming 
Luchtrecirculatie in- of uitschakelen Voorruit ontwasemen
Luchtverdeling instellen 
A/C-functie in- of uitschakelen 
Voertuigen met temperatuurregelsysteem in 2 zones: Klimaatregeling achterin instellenDe instelling uitvoeren.
THERMOTRONIC
Voorruitverwarming in- of uitschakelen Standverwarming of extra verwarmingssysteem in‑ of uitschakelen Achterruitverwarming in- of uitschakelen Luchtrecirculatie in- of uitschakelen Voorruit ontwasemen Luchtverdeling instellen A/C-functie in- of uitschakelen Klimaatregeling automatisch regelen 
Synchronisatie in- of uitschakelen 
Voertuigen met temperatuurregelsysteem in 2 zones: Klimaatregeling achterin in- of uitschakelenDe instelling uitvoeren.