Brandstoffen zijn licht ontvlambaar.
Brandstoffen zijn giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Als u of anderen met brandstof in aanraking zijn geweest, de volgende punten in acht nemen:
Elektrostatische oplading kan ervoor zorgen dat brandstofdampen ontsteken.
Voertuigen met dieselmotor:
Wanneer diesel met benzine wordt gemengd, is het vlampunt van het brandstofmengsel lager dan bij pure diesel.
Als het voertuig is ingeschakeld kunnen onderdelen van het uitlaatsysteem ongemerkt oververhit raken.
De auto niet inschakelen. Anders kan de brandstof in het brandstofsysteem geraken.
Kleine hoeveelheden van de verkeerde brandstof kunnen al leiden tot schade aan het brandstofsysteem en de motor. De reparatiekosten zijn hoog.
Bij een ondeskundige omgang met brandstoffen kan gevaar voor mens en milieu ontstaan.
Het voertuig is ontgrendeld.
De extra verwarming is uitgeschakeld.
Het voertuig is uitgeschakeld.
Tijdens het tanken niet weer in het voertuig stappen. Anders kunt u zich weer elektrostatisch opladen.
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfsstoffen in acht nemen meer.
De schrijfwijze van de weergegeven hoofdmenu's kan afwijken. Daarom het menu-overzicht voor het combi-instrument raadplegen meer.
Dagteller:
Dagteller terugzetten?
Tripcomputer:
Na vertrek
Na reset
ECO aanduiding
Het voertuig is ingeschakeld.
Een van de volgende weergave verschijnt:
Actuele bandenspanning en bandentemperatuur van de afzonderlijke wielen
Bandenspanningsindicatie verschijnt na enkele minuten rijden
Bandenspanningscontrole actief: De inleerprocedure van het systeem is nog niet afgesloten. De bandenspanningen worden dan reeds gecontroleerd.
De op de boordcomputer weergegeven waarden kunnen afwijken van de waarden van de bandenspanningsmeter, omdat deze voor zeeniveau gelden. Op hoger gelegen plaatsen geven luchtdrukmeters een hogere bandenspanning aan dan de boordcomputer. In dit geval de bandenspanning verlagen.
AdBlue®-pompzuilen vindt u bij talrijke tankstations. Het tanken van AdBlue® is ook mogelijk bij vrachtwagen-pompzuilen.
Wanneer u vervolgens het voertuig inschakelt, moet de displaymelding AdBlue bijvullen zie handleiding na enkele minuten doven. Wanneer het weergaveveld van het display in het combi-instrument de melding blijft weergeven, moet u meer AdBlue® bijvullen.
Wanneer u vervolgens het voertuig inschakelt, moet de displaymelding AdBlue bijvullen zie handleiding na enkele minuten doven. Wanneer het weergaveveld van het display in het combi-instrument de melding blijft weergeven, moet u meer AdBlue® bijvullen.
U kunt met hete gassen in contact komen.
U kunt met andere ontsnappende, hete bedrijfsstoffen in aanraking komen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven werken of plotseling in werking treden.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd het volgende in acht nemen:
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsysteem.
Motorkap
Oliepeilstaaf
Afsluitdop vulopening motorolie
Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir
Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar. Wanneer het op hete onderdelen in de motorruimte of onderdelen van het uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontsteken.
De verdere informatie over het ruitreinigingsmiddel in acht nemen meer
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
Als de ruitenwissers zich in beweging zetten als de motorkap geopend is, kunt u bekneld raken in de wisserstangen.
De ruitenwisserarmen bewegen in de vervangingspositie.
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uitgangspositie.
Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
Erop letten dat de wasstraat geschikt is voor de afmetingen van het voertuig.
Voordat het voertuig in een wasstraat wordt gewassen de buitenspiegels inklappen en een eventuele extra antenne verwijderen. Anders kunnen de buitenspiegels, de antenne of het voertuig worden beschadigd.
Er bij het verlaten van de wasstraat op letten, dat de buitenspiegels weer volledig zijn uitgeklapt en de eventuele extra antenne weer gemonteerd is.
De zijruiten en de schuifruit zijn volledig gesloten.
De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
Wanneer het voertuig sterk vervuild is, moet deze worden voorgereinigd voordat deze in een wasstraat wordt gereinigd.
Door na het voertuig wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.