Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • E-Klasse
  • Coupé
  • 2016
app store google play
X

Printen
Functie van de remote parkeerpilot

De remote parkeerpilot is een extra functie van de parkeerpilot. De lokale wegenverkeersvoorschriften/-wetgeving voor het gebruik van de remote parkeerpilot in het openbare verkeer in acht nemen.

De remote parkeerpilot ondersteunt het inparkeren terwijl u zich buiten de auto bevindt. Nadat u een geschikte parkeerplek hebt geselecteerd, verlaat u de auto om deze met een geschikte mobiele telefoon op de parkeerplek in te parkeren. De remote parkeerpilot zorgt daarbij voor het gas geven, remmen, sturen en schakelen. U kunt het inparkeren met de mobiele telefoon te allen tijde onderbreken.

U kunt de auto met de mobiele telefoon ook in rechte lijn vooruit of achteruit manoeuvreren (exploration mode). Dat is bijvoorbeeld handig als een garage zo smal is, dat het in- of uitstappen na het parkeren niet of vrijwel niet mogelijk is. Kleine noodzakelijke stuurcorrecties voert de parkeerpilot automatisch uit.

De remote parkeerpilot is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en in- en uitparkeren. Erop letten dat zich geen personen, dieren of voorwerpen in de baan van de auto bevinden. De lokale voorschriften en wetgeving voor het gebruik van de remote parkeerpilot in het openbare verkeer in acht nemen.

Voor de functie remote parkeerpilot heeft u een mobiele telefoon en de actuele Remote Parking Pilot app nodig.

De volgende besturingssystemen worden ondersteund:
  • Android™

  • Apple® iOS

Als de verbinding tussen de auto en de mobiele telefoon tijdens het parkeren wordt onderbroken, kan de procedure worden voortgezet wanneer de verbinding binnen circa twee minuten weer is hersteld.

De volgende scenario's worden ondersteund:
  • Inparkeren op een parkeerplek parallel aan de rijrichting

  • Inparkeren op een parkeerplek dwars op de rijrichting

  • Uitparkeren uit een parkeerplek dwars op de rijrichting (exploration mode)

  • Inparkeren in rechte lijn, bijvoorbeeld in een garage of een carport (exploration mode)

  • Uitparkeren in rechte lijn, bijvoorbeeld uit een garage of een carport (exploration mode)

Als zich tijdens het parkeren technische problemen voordoen (bijvoorbeeld  overschrijding van de toegestane hellingshoek), worden automatisch de volgende procedures uitgevoerd:

  • De parkeerprocedure wordt afgebroken.

  • De auto wordt tot stilstand gebracht.

  • De transmissiestand wordt ingeschakeld.

  • De auto wordt geparkeerd.

Als het parkeren wordt afgebroken, verschijnt daarvan een bericht op de mobiele telefoon. U kunt daarop de auto weer overnemen en handmatig op de parkeerplek inparkeren. Als alternatief kunt u de auto terug naar de uitgangspositie manoeuvreren.

Terwijl de auto met de parkeerpilot wordt ingeparkeerd, kunt u de procedure onderbreken om de auto vervolgens met de remote parkeerpilot over te nemen en naar zijn definitieve positie te manoeuvreren.

Meer informatie vindt u in de handleiding van de Remote Parking Pilot App Mercedes me Homepage.

Systeemgrenzen

Sneeuw of zware regenval kunnen ertoe leiden dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauwkeurig kunnen worden bepaald of eventueel verbindingsproblemen met de mobiele telefoon veroorzaken. Parkeerplekken vóór geparkeerde aanhangwagens, waarvan de aanhangwagendissel over de rand van de parkeerplek steekt, worden mogelijkerwijs niet als parkeerplek herkend of niet correct gemeten. De remote parkeerpilot alleen op een vlakke, stroeve ondergrond gebruiken. De parkeerplek moet ten minste 0,60 m breder zijn dan de auto zonder buitenspiegels.

De remote parkeerpilot onder andere in de volgende situaties niet gebruiken:
  • Bij extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld ijs, sneeuw of bij zware regenval.

  • Als met uw auto een lading wordt vervoerd, die boven de auto uitsteekt.

  • Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd.

  • Als de parkeerplek zich op een helling bevindt.

De remote parkeerpilot wordt onder andere afgebroken als een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd:
  • U schakelt de parkeerpilot uit.

  • U drukt een toets op de sleutel in.

  • Het ESP® regelt.

Tijdens het inparkeren mag de afstand tot de auto niet groter zijn dan circa 3,0 m. Anders wordt de procedure afgebroken en wordt een overeenkomstige melding op de mobiele telefoon weergegeven. Als u weer dichter bij de auto komt, kunt u de procedure voortzetten.

Meer informatie over het afbreken van de functie vindt u in de handleiding van de Remote Parking Pilot app.