Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • GLE
  • SUV
  • 10/2018
app store google play
X

Printen
Dakdragers bevestigen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij overschrijden van de maximumdakbelasting

Wanneer het dak wordt beladen, wordt het zwaartepunt van de auto verhoogd en wijzigen de gebruikelijke rij-eigenschappen en het stuur- en het remgedrag. De auto kantelt meer als in een bocht wordt gereden en kan zwaarder reageren op bewegingen van het stuurwiel.

Wanneer de maximumdakbelasting wordt overschreden, worden de rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag sterk nadelig beïnvloedt.

Beslist de maximumdakbelasting aanhouden en de rijstijl aanpassen.
AANWIJZING Beschadiging van het panoramaschuifdak bij gemonteerde dakdrager

Wanneer het panoramaschuifdak wordt geopend terwijl een dakdrager is gemonteerd, kan het schuifdak door de dakdrager worden beschadigd.

Het panoramaschuifdak niet openen als een dakdrager is gemonteerd.

Om het interieur te ventileren, kan het panoramaschuifdak omhoog worden gebracht.

De dakdrager aan de dakreling bevestigen.
De montagehandleiding van de fabrikant opvolgen.
Rugleuning achterin naar voren klappen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.

Bij het verstellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet-vergrendelde stoel en rugleuning
Als de stoel en de rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen ze bijvoorbeeld  bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.
  • Daardoor wordt de inzittende door de niet-vergrendelde stoel of rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Een kinderzitjesbevestigingssysteem wordt niet meer correct ondersteund of op zijn plaats gehouden en kan zijn functie niet meer correct vervullen.

  • De rugleuning kan voorwerpen of bagage in de bagageruimte niet tegenhouden.

Altijd erop letten dat de stoel en de rugleuning vergrendeld zijn:
  • voordat personen op een stoel met in- en uitstaphulp meerijden.

  • nadat u de stoel hebt ingesteld.

  • nadat de in- en uitstaphulp is gebruikt.

  • nadat de bagageruimtevergroting gebruikt is.

Altijd ervoor zorgen dat alle inzittenden de veiligheidsgordel correct dragen en een juiste zithouding hebben. In het bijzonder bij kinderen moet u daarop letten.

Als u de neergeklapte rugleuning niet meer als laadvloer hoeft te gebruiken, klapt u de rugleuning weer terug.

Zitplaatsen achterin mechanisch naar voren klappen
Linker en rechter rugleuning:
Eventueel de hoofdsteunen van de rugleuningen inschuiven meer.
Aan de ontgrendelingshendel trekken.
De betreffende rugleuning naar voren klappen.
Middelste rugleuning:
De ontgrendeling van de rugleuning indrukken.
De rugleuning naar voren klappen.
Zitplaatsen achterin elektrisch naar voren klappen

Auto's met 7 zitplaatsen: Wanneer de middelste rugleuning zich in de bagageruimtepositie bevindt, kan de linker rugleuning niet naar voren worden geklapt.

Kort de toetsen indrukken om de linker of rechter rugleuning naar voren te klappen.

De hoofdsteun van de rugleuning beweegt naar een geschikte positie en de stoel klapt naar voren. De middelste rugleuning klapt samen met de linker rugleuning naar voren.

Wanneer een rugleuning van de tweede rij zitplaatsen niet vastgeklikt en vergrendeld is, wordt dit weergegeven op het multifunctioneel display van het combi-instrument.

Stoelen van de derde rij zitplaatsen naar voren klappen
De ontgrendeling van de rugleuning naar voren trekken.
De rugleuning naar voren klappen.
Rugleuning achterin terugklappen
WAARSCHUWING Inklemgevaar bij instelling van de stoelen

Wanneer een stoel wordt versteld, kunt u of een van de inzittenden ingeklemd raken.

Bij het verstellen van een stoel mogen zich geen lichaamsdelen in het bewegingsgebied van de stoel bevinden; dit controleren.
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet-vergrendelde achterbank resp. zitplaats achterin en rugleuning

Als de achterbank resp. zitplaatsen achterin en rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of een ongeval naar voren klappen.

  • Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/zitplaats achterin of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken.

  • Voorwerpen of bagage in de bagageruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.

Voor iedere rit opletten dat de rugleuning en de achterbank/zitplaats achterin vergrendeld is.
AANWIJZING Beschadiging van de veiligheidsgordel

De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor worden beschadigd.

Erop letten dat de veiligheidsgordel bij het terugklappen van de rugleuning niet bekneld raakt.
Zitplaats achterin mechanisch terugklappen
Indien nodig de bestuurders- of de passagiersstoel naar voren verstellen.
De rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt.
De rode markering van de vergrendelingsindicator mag niet meer zichtbaar zijn; dit controleren. Anders is de rugleuning niet vergrendeld
Zitplaats achterin elektrisch terugklappen

Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld is, wordt dit bovendien op het multifunctioneel display van het combi-instrument weergegeven.

Kort aan de toetsen trekken om de linker of rechter rugleuning terug te klappen.

De stoel klapt terug. De middelste rugleuning klapt samen met de linker rugleuning terug.

Stoel van de derde rij zitplaatsen terugklappen
De rugleuning naar achteren kantelen, tot deze hoorbaar vergrendelt.
Opbergvak onder de bagageruimtebodem openen of sluiten
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door open bagageruimtebodem

Als met geopende bagageruimtebodem wordt gereden, kunnen voorwerpen rondslingeren en daarbij inzittenden raken. Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Vóór de rit altijd de bagageruimtebodem sluiten.
Openen
De handgreep omhoogtrekken.
De bagageruimtebodem aan de ontgrendelingshendel omhoogklappen.
De haak aan de onderzijde van de bagageruimtebodem uitklappen.
De haak in de regengoot bevestigen.
Sluiten
De haak losmaken uit de regengoot en in de houder aan de onderzijde van de bagageruimtebodem bevestigen.
De bagageruimtebodem omlaagklappen en vervolgens aan de handgreep omlaagdrukken, totdat deze vergrendelt.
Kogelhals volledig elektrisch uit- en inklappen
WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een niet vergrendelde kogelhals

Als de kogelhals niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.

De kogelhals moet in de veilig vergrendelde positie vergrendeld zijn; dit controleren.
AANWIJZING Schade aan de volledig elektrische aanhangwagenvoorziening

De volledig elektrische aanhangwagenvoorziening kan door extra druk bij het in- en uitklappen mechanisch worden beschadigd.

Het in- en uitklappen van de kogelhals niet door het uitoefenen van extra druk versnellen.
Voorwaarden
Voor het volledig elektrisch in- en uitklappen van de kogelhals het volgende controleren:
  • De transmissie in de stand of zetten.

  • Het zwenkbereik is vrij.

  • Alleen bij het inklappen: De aanhangwagenkabel of de adapterstekker verwijderen.

Kogelhals volledig elektrisch uitklappen
Toets in de achterklep
Toets in het bestuurdersportier
Aan de toets trekken.

Het controlelampje knippert en op het multifunctioneel display verschijnt de displaymelding Trekhaak zwenkt.

De kogelhals wordt volledig elektrisch uitgeklapt.

Wachten tot de kogelhals de vergrendelde positie heeft bereikt.

De kogelhals is veilig vergrendeld wanneer het controlelampje permanent brandt.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, knippert het controlelampje en verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Trekhaak vergrendeling control. .

Kogelhals volledig elektrisch inklappen
Aan de toets trekken.

Het controlelampje knippert en op het multifunctioneel display verschijnt de displaymelding Trekhaak zwenkt.

De kogelhals wordt volledig elektrisch ingeklapt.

Wachten tot de kogelhals de vergrendelde positie heeft bereikt.

De kogelhals is veilig vergrendeld wanneer het controlelampje dooft.

Wanneer de kogelhals niet veilig is vergrendeld, knippert het controlelampje en verschijnt op het multifunctioneel display de displaymelding Trekhaak vergrendeling control. .

Raadpleeg de informatie over de weergaven in het combi-instrument:
  • Waarschuwings- en controlelampjes meer

  • Displaymeldingen

Overzicht van de sjorogen in de bagageruimte

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen meer.

Sjorogen
Overzicht van de voorste opbergvakken
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

Opbergvakken in de portieren
Opbergvak in de armleuning met de USB-aansluitingen (afhankelijk van de uitvoering van het voertuig)
Opbergvak/telefoonvak met bekerhouder in de middenconsole voorin
Dashboardkastje
Dashboardkastje ver- of ontgrendelen
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwerpen

Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze verschuiven of rondvliegen en daardoor inzittenden raken. Bovendien kunnen bekerhouders, geopende opbergvakken en mobiele-telefoonhouders bij een ongeval de daarin aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.

Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswijzigingen!

Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen.
Altijd waarborgen dat voorwerpen niet uit opbergvakken, bagagenetten of opbergnetten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aanvang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te grote voorwerpen altijd in de bagageruimte opbergen en beveiligen.

De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.

De noodsleutel een kwart omwenteling rechtsom (vergrendelen) of linksom (ontgrendelen) draaien.