Mercedes-Benz

Printen

Aanwijzingen met betrekking tot het opladen van de hoogspanningsaccu

AANWIJZING Beschadiging van de hoogspanningsaccu door lange standtijden of door volledige ontlading

Lange standtijden met een hoge laadtoestand kunnen leiden tot een versnelde veroudering van de hoogspanningsaccu.

Door diepontlading als gevolg van langere perioden van stilstand kan de hoogspanningsaccu beschadigen.

Bij langere tijden van stilstand ervoor zorgen dat de laadtoestand van de hoogspanningsaccu tussen 30% en 50% is wanneer de auto wordt geparkeerd. De hoogspanningsaccu daarbij niet permanent aansluiten op een stroomvoorziening.

De laadtoestand van de hoogspanningsaccu elke twee tot drie maanden controleren.

De hoogspanningsaccu bijladen als de laadtoestand onvoldoende is.

Als gevolg van de fundamentele eigenschappen van de hoogspanningsaccu neemt in de loop van de tijd de bruikbare energiehoeveelheid van de hoogspanningsaccu af.

Daardoor reduceert de maximaal haalbare actieradius van het voertuig en kunnen de maximale prestaties (acceleratie) gereduceerd zijn.

U kunt als volgt aan de reductie van het energieverbruik van het voertuig bijdragen:

een vooruitziende rijstijl meer
gereduceerd gebruik van elektrische verbruikers
regelmatig onderhoud van de auto

Gedurende de levensduur van een accu kan de oplaadtijd van een hoogspanningsaccu wijzigen.

U kunt de laadtoestand van de hoogspanningsaccu in het multimediasysteem controleren meer

Afhankelijk van de exportuitvoering is uw auto uitgerust met een van de volgende voertuigstekkerdozen.

U kunt de hoogspanningsaccu zowel met wisselstroom (mode 2 of 3) als met gelijkstroom (mode 4) opladen.

Voertuigstekkerdoos type Combo 1

Voertuigstekkerdoos type Combo 2

Aansluiting wisselstroomladen
Uitbreiding aansluiting gelijkstroomladen

Bij gebruik van een CCS-laadkabel (Combined Charging System) voor het gelijkstroomladen worden beide delen van de voertuigstekkerdoos door de laadkabelstekker bedekt.

Oplaadmogelijkheden van de hoogspanningsaccu (mode 2, 3 of 4):

Opladen tijdens het rijden door recuperatie
Stationair wisselstroomladen via:
- Netcontactdoos (mode 2)
- Wallbox (mode 3)
- Laadstation (mode 3)
Stationair gelijkstroomladen via:
- Laadstation (mode 4)

De hoogspanningsaccu kan worden opgeladen met een nominale spanning tussen 100V en 400V.

Bij het opladen van de hoogspanningsaccu worden afhankelijk van de volgende punten verschillende goede laadrendementen bereikt:

Laadinrichting – netcontactdoos, wallbox of laadstation
Laadmodus en laadvermogen
Accutoestand
Omgevingstemperatuur

Het laadrendement beschrijft de verhouding tussen de hoeveelheid energie die wordt geleverd door de laadinrichting en de hoeveelheid energie die wordt opgenomen door de hoogspanningsaccu. Bij het laden treden altijd bepaalde ladingsverliezen op, bijvoorbeeld door de warmteontwikkeling tijdens het laden of door ingeschakelde nevenverbruikers. Daarom is het laadrendement bij het opladen van de hoogspanningsaccu altijd minder dan 100%.

Dit betekent dat de geleverde hoeveelheid energie die wordt aangegeven op de laadinrichting altijd hoger is dan de hoeveelheid energie die daadwerkelijk wordt opgenomen door de hoogspanningsaccu. Deze komt dus niet overeen met de toename van de laadtoestand die in de auto wordt weergegeven.

De hoogspanningsaccu vanwege het grotere laadvermogen en het betere laadrendement bij voorkeur bij een wallbox of een laadstation opladen.

Systeemgrenzen

De capaciteit van de hoogspanningsaccu kan nadelig worden beïnvloed door de volgende invloeden:

Lage of hoge buitentemperaturen
Het inschakelen van elektrische nevenverbruikers in het voertuig, bijvoorbeeld het gebruik van het klimaatregelsysteem
Een langere standtijd zonder lading

De oplaadtijd van de hoogspanningsaccu kan langer worden door de volgende invloeden:

Lage of hoge buitentemperaturen
Een langere standtijd zonder lading
De maximaal beschikbare laadstroom van de laadinrichting
De ingestelde laadstroom (mode 2) in het multimediasysteem meer