Dagteller
Tripcomputer Na vertrek en Na reset
ECO-aanduiding meer
Wanneer langer op de Touch-Control links wordt gedrukt, worden de waardes van de functie direct teruggezet.
U kunt met hete gassen in aanraking komen.
U kunt met andere vrijkomende, hete bedrijfsstoffen in aanraking komen.
Componenten in de motorruimte kunnen ook bij uitgeschakeld aandrijfsysteem blijven werken of plotseling in werking treden.
Het volgende in acht nemen als de motorkap moet worden geopend:
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kunnen zeer heet zijn, bijvoorbeeld het aandrijfsysteem en de radiateur.
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht ontvlambaar.
Wanneer de ruitenwissers in beweging komen bij het vervangen van de ruitenwisserbladen, kunt u door de ruitenwisserarm bekneld raken
De ruitenwisserarmen gaan naar de vervangingsstand.
De toestand van de ruitenwisserbladen regelmatig controleren en deze vervangen bij zichtbare beschadiging of permanente streepvorming.
Als de kleur van de onderhoudsindicatie verandert van zwart naar geel, moeten de ruitenwisserbladen worden vervangen.
De tijd tot het veranderen van de kleur is afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden.
Nadat de auto is gewassen, hebben de remmen een verminderde remwerking.
Active Brake Assist System
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
HOLD-functie
Actieve parkeerassistent
Om schade aan de auto te vermijden, deze systemen in de volgende of vergelijkbare situaties uitschakelen:
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is uitgeschakeld.
De HOLD-functie is uitgeschakeld.
De 360°-camera of de achteruitrijcamera is uitgeschakeld.
De zijruiten en het schuifdak zijn volledig gesloten.
De aanjager van de ventilatie en de verwarming is uitgeschakeld.
De schakelaar van de ruitenwissers staat in de stand .
De sleutel is ten minste 3 m van de auto verwijderd. Anders kan de achterklep onbedoeld opengaan.
Bij wasstraten met sleepinstallatie:
De neutraalstand is ingeschakeld.
Wanneer u de auto tijdens het wassen wilt verlaten, erop letten dat de sleutel zich in de auto bevindt. Anders wordt de parkeerstand automatisch ingeschakeld.
Door na het auto wassen de wax van de voorruit en de ruitenwisserrubbers te verwijderen, wordt streepvorming voorkomen en worden wisgeluiden gereduceerd.
In de wasstraatmodus is de auto voorbereid voor het binnenrijden van een wasstraat. De wasstraatmodus kan tot een snelheid van 20 km/h activeren meer.
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Om het automatisch in werking treden van de ruitensproeierinstallatie te voorkomen, wordt de regensensor gedeactiveerd.
De achterruitenwisser wordt gedeactiveerd.
De zijruiten en het schuifdak worden eventueel gesloten.
De airconditioning wordt op luchtrecirculatie ingesteld.
De PARKTRONIC-parkeerassistent wordt gedeactiveerd.
Auto's met 360°-camera: Na circa acht seconden wordt het frontbeeld weergegeven.
Wanneer een van de instellingen niet kan worden uitgevoerd, wordt dit door een achter de betreffende instelling weergegeven.
Boven een snelheid van 20 km/h wordt de wasstraatmodus automatisch gedeactiveerd.
De buitenspiegels klappen uit.
De regensensor wordt geactiveerd.
De achterruitenwisser wordt geactiveerd.
De airconditioning wordt op buitenlucht ingesteld.
De PARKTRONIC-parkeerassistent wordt naar de daarvoor geselecteerde instelling teruggezet.
De zijruiten en het schuifdak blijven gesloten.
Auto's met 360°-camera: Het frontbeeld wordt vanaf een snelheid van 18 km/h uitgeschakeld.