Bij de comfortsluiting kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied van de zijruiten bekneld raken.
Bij het openen van een zijruit kunnen lichaamsdelen tussen de zijruit en het ruitframe getrokken worden of bekneld raken.
De zijruiten stoppen.
Het controlelampje van de toets gaat branden en de luchtrecirculatie is ingeschakeld.
De zijruiten gaan naar de oorspronkelijke stand.
Het controlelampje van de toets dooft en de luchtrecirculatie is uitgeschakeld.
Als de zijruiten na een comfortsluiting handmatig worden geopend, blijven deze bij het comfortopening in deze stand staan.
Als de functie is ingeschakeld, wordt de weergave van de momenteel actieve radio- of mediabron onderbroken voor verkeersinformatie.