Um die Webseite optimal gestalten und Ihnen an Ihre Interessen angepasste, nutzungsbasierte Informationen zukommen lassen zu können, verwendet Daimler Cookies. Mit der Nutzung der Webseite stimmen Sie der Verwendung von Cookies zu. > Weitere Informationen erhalten Sie in den Cookie-Hinweisen.

Aannemen
  • V-Klasse
  • 06/2020
app store google play
X

Printen
Extra verwarming via de afstandsbediening bedienen (extra luchtverwarming)
GEVAAR Levensgevaar door giftige uitlaatgassen

Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmonoxide, in de auto binnendringen. Dat is bijvoorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of als de auto in de sneeuw vastzit.

In gesloten ruimtes zonder afzuiginstallatie de standverwarming uitschakelen, bijvoorbeeld in de garage.
Als de motor of de standverwarming werken, de uitlaateindpijp en de omgeving van de auto sneeuwvrij houden.
Aan de luwzijde van de auto een zijruit openen, om voldoende buitenlucht in het interieur te laten komen.
WAARSCHUWING Brandgevaar door hete onderdelen van de standverwarming en uitlaatgassen

Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren, gras of takken, kunnen ontsteken.

Als de standverwarming is ingeschakeld ervoor zorgen dat:
hete onderdelen van de auto niet in contact komen met brandbaar materiaal.
de uitlaatgassen ongehinderd via de uitlaateindpijp van de standverwarming naar buiten kunnen treden.
de uitlaatgassen niet met brandbaar materiaal in aanraking komen.
AANWIJZING Beschadiging van de bijverwarmer door oververhitting

De bijverwarmer kan te heet worden en daardoor uitschakelen als de stroom warme lucht wordt geblokkeerd.

Blokkeer de stroom verwarmingslucht niet.
AANWIJZING Accu-ontlading door gebruik van de standverwarming-ventilatie

Het gebruik van de standverwarming-ventilatie belast de accu.

Uiterlijk na tweemaal verwarmen of ventileren van de auto een langere afstand rijden.

De extra verwarming kan met een afstandsbediening worden in- en uitgeschakeld en de inschakelduur hiervan kan worden gewijzigd. De afstandsbediening moet op de ontvanger van de extra verwarming zijn afgestemd. Voor meer informatie contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

De afstandsbediening van de extra verwarming zodanig bewaren, dat de interieurvoorverwarming niet onbedoeld kan worden ingeschakeld. Ervoor zorgen dat de afstandsbediening, in het bijzonder voor kinderen buiten bereik bewaard wordt.

Het bereik van de afstandsbediening bedraagt circa 300 m. De actieradius wordt gereduceerd door bijvoorbeeld radiografische storingsbronnen of massieve obstakels.

Controlelampje
Instellingen bevestigen
Afstandsbediening in- en uitschakelen
Bedrijfsduur wijzigen of instellingen afbreken of beëindigen
De lichtindicaties van het controlelampje hebben de volgende betekenis:
  • Brandt rood - Afstandsbediening ingeschakeld

  • Knippert rood - Extra verwarming uitgeschakeld

  • Brandt groen: Extra verwarming ingeschakeld

  • Knippert groen - Optie bedrijfsduur wijzigen actief

  • Knippert afwisselend rood en groen - Afstandsbediening in de synchronisatiemodus

Als de batterij van de afstandsbediening zwak is, knippert het controlelampje snel rood.

De batterij van de afstandsbediening vervangen meer

Informatie over verdere indicaties door de controlelampjes vindt u bij "Problemen met de extra verwarming" .

Afstandsbediening in- en uitschakelen

De afstandsbediening schakelt na tien seconden in de ruststand. Het controlelampje dooft.

Inschakelen:
De toets ingedrukt houden, tot het controlelampje rood brandt.
Uitschakelen:
De toets ingedrukt houden, tot het controlelampje dooft.
Extra verwarming in- en uitschakelen
De afstandsbediening inschakelen.
Inschakelen:
Als het controlelampje rood knippert, de toets indrukken.

Tijdens de gegevensoverdracht brandt het controlelampje rood.

Als het controlelampje groen brandt, is de extra verwarming ingeschakeld.

Uitschakelen:
Als het controlelampje groen brandt, de toets indrukken.

Tijdens de gegevensoverdracht brandt het controlelampje rood.

Als het controlelampje rood knippert, is de extra verwarming uitgeschakeld.

Inschakelduur wijzigen
De afstandsbediening inschakelen.
Als het controlelampje rood knippert, de toetsen en tegelijkertijd indrukken.

Het controlelampje knippert groen.

De toets zo vaak indrukken, tot de gewenste inschakelduur wordt weergegeven.
  • 20 minuten - het controlelampje knippert tweemaal groen.

  • 30 minuten - het controlelampje knippert driemaal groen.

  • 40 minuten - het controlelampje knippert viermaal groen.

De toets indrukken.

Tijdens de gegevensoverdracht gaat het controlelampje rood branden.

Als het controlelampje tweemaal lang groen knippert, is de geselecteerde inschakelduur opgeslagen.

Als de inschakelduur niet wordt gewijzigd, knippert het controlelampje zesmaal en gaat de afstandsbediening naar de ruststand.